direct naar inhoud van 5.6 Bodem
Plan: Bestemmingsplan Elsweide - Over het Lange Water, gedeeltelijke herziening 2010-01
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.751-0201

5.6 Bodem

Algemeen

Voordat het bestemmingsplan kan worden vastgesteld, dient te zijn aangetoond dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater de gewenste ruimtelijke ontwikkeling toelaat. Het plangebied is in de huidige situatie reeds bebouwd, waardoor met realisatie van het plan slechts in beperkte mate roering van de bodem plaatsvindt. Aangezien er echter een gevoelige functie in de vorm van woningen wordt gerealiseerd en het plangebied bovendien op een voormalige stortplaats is gesitueerd, is een bodem- en asbestonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 1). Het onderzoek is in 21 augustus 2008 door Grontmij, projectnummer 99041652, uitgevoerd.

Naast dit onderzoek zijn ter plaatse van de Cannenburglaan nog de volgende relevante bodemonderzoeken verricht:

  • Historisch onderzoek, MWH, projectnummer B07B0324, d.d. 21-11-2007;
  • Verkennend Bodemonderzoek, Syncera, projectnummer B07B0324, d.d. 14-1-2008;
  • Aanvullend grondwateronderzoek, Tauw bv, projectnummer 4623968, d.d. 13 maart 2009.
  • Saneringsvisie Bethaniënstraat, Tauw bv, projectnummer 4581637, 22 december 2009;
  • Deelsaneringsplan, Kobessen Milieu, d.d. 5 mei 2010.

Bodem- en asbestonderzoek

Geconcludeerd wordt dat in het kader van de herontwikkeling saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn, aangezien de bodem sterk verontreinigd is met zware metalen. Op 26 november 2002 heeft de gemeente Arnhem een beschikking ernst en urgentie bodemverontreiniging “Bethaniënstraat ongenummerd” afgeven (kenmerk Sb/rwb/02/1315). Hierin staat opgenomen dat de afdeklaag (bovengrond boven het stortmateriaal), het het stortmateriaal en het grondwater als één geval van verontreiniging beschouwd en maakt deze onderdeel uit van het geval van ernstige bodemverontreiniging. In die beschikking ernst en urgentie staat dat het gaat om een ernstig en niet urgent geval van bodemverontreiniging. Een functiegerichtesanering is noodzakelijk. Voorafgaand aan de sanering dienen de saneringsmaatregelen in een deelsaneringsplan te worden uitgewerkt. Dit plan moet worden voorgelegd aan het bevoegd gezag, wat in het kader van de wet Bodemsanering de gemeente Arnhem is.

Saneringsvisie

De gemeente Arnhem heeft een saneringsvisie opgesteld, waarin de aanpak en nazorg van de verontreinigingen van de voormalige stortplaats aan de Bethaniënstraat en omgeving is geregeld. De visie vormt het toetsingskader voor onder andere nog in te dienen deelsaneringsplannen. Ten aanzien van voorziene functiewijzigingen en herinrichtingen, hetgeen van toepassing is in onderhavig plangebied, worden in de visie maatregelen voorgesteld voor onder andere de beoogde functie 'Wonen met tuin'. Gesteld wordt dat minimaal moet worden voorzien in een contactlaag met een dikte van 1 meter, danwel een contactlaag met een dikte van 0,5 meter en daaronder een worteldoek. Met name indien de bestaande deklaag minder dik is dan 0,8 meter en de kwaliteit van deze deklaag bovendien niet voldoet aan de noodzakelijke kwaliteit, kan volstaan worden voor een worteldoek met een nieuwe deklaag van 0,5 meter. Deze optie is naar verwachting financieel aantrekkelijker dan het afgraven van de huidige (vervuilde) deklaag en het aanbrengen van een nieuwe deklaag van minimaal 1,0 meter dik. De Saneringsvisie Bethaniënstraat, Tauw bv, projectnummer 4581637, 22 december 2009 is op 5 mei 2010 vastgesteld en is op 17 juni 2010 def van kracht geworden (6 weken beroepstermijn).

Deelsaneringsplan onderhavig plangebied

Uit het deelsaneringsplan dat voor de onderhavige locatie (Cannenburglaan 6) is opgesteld valt op te maken dat het plan een sanering betreft, waarbij er geen volledige verwijdering van de vervuilde grond (voormalige stort) zal plaatsvinden. Ter plaatse van perceel sectie T, nummer 1755, worden de resten van de stort, met uitzondering van de 7 woonblokken, afgedekt met een leeflaag met een dikte van circa 0,75 m. Onder deze leeflaag wordt, met uitzondering van de parkeervakken, worteldoek aangebracht. Ter plaatse van de woningen wordt in de kruipruimte worteldoek/folie aangebracht met daarboven een zandlaag van 0,1 m, waardoor contactmogelijkheden met het stortmateriaal wordt vermeden. Ter plaatse van sleuven ten behoeve van kabels, leidingen en riolering zal de grond voldoen aan de kwaliteit wonen.

Ter plaatse van perceel sectie T nummer 2228 zal het trottoir opnieuw worden ingericht, waarbij zeven parkeerplaatsen worden aangelegd. Grond zal daartoe tijdelijk worden uitgenomen en worden teruggeplaatst in identieke volgorde. Eventuele aanvulling zal geschieden met grond die voldoet aan de functie wonen. Tevens worden er aansluitingen gemaakt op bestaande leidingen en riolering. Ter plaatse van de sleuven zal de grond voldoen aan de kwaliteit wonen.

De sanering houdt in dat de bodem geschikt zal worden gemaakt voor een specifieke gebruiksfunctie en dat er na saneren sprake zal zijn van een restverontreiniging. Het gaat hier om een zogenaamde functiegerichte sanering, waarbij tijdens en na saneren gebruiksbeperkingen in acht zullen moeten worden genomen.

Beschikking deelsaneringsplan

Op 25 augustus 2010 heeft het College van B&W van de gemeente Arnhem, op basis van het deelsaneringsplan, onder voorwaarden ingestemd met het deelsaneringsplan.

Conclusie

Het aspect bodem heeft wel een beperkte maar geen belemmerende invloed op de uitvoerbaarheid van onderhavig plan.