Plan: | Bestemmingsplan Schuytgraaf 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.719-0301 |
In aansluiting op het omringende landschap zal de wijk Schuytgraaf in noord-zuidrichting worden doorsneden door twee ecologische verbindingszones: een droge zone in het oostelijk deel van de wijk, en een natte verbindingszone in het westelijk deel van de wijk. Deze zones vormen de ecologische kerngebieden op stadsniveau.
De droge verbindingszone sluit op termijn aan op de toekomstige centrale parkzone met de bosgebieden in de Overbetuwe. De natte verbindingszone zal in verbinding staan met de voormalige stroomgeul van de Rijn, welke in het plan wordt gehandhaafd. Deze waterrijke zone wordt gevoed door Veluwe-kwel.
Tussen deze beide groene hoofdstructuren worden enkele dwarsverbindingen (corridors) gemaakt. Deze corridors hebben een verschillende opbouw: een droge corridor van een bloemrijke kruidenvegetatie met struweelgroepen en enkele bomen, een natte corridor bestaande uit een waterzone met moerasvegetatie en bermen en een natte corridor in de vorm van een moeraszone met kruidenrijke bermen en struweelgroepen. In het noordelijk deel van het plangebied wordt het oorspronkelijke landschappelijke beeld van boomgaarden en weiden in stand gehouden.
In de Visie op de doorontwikkeling van het masterplan Schuytgraaf vormt de ecologie de belangrijkste basis van de ontwerpopgave voor de hoofdplanstructuur. In dat kader dient een goede zonering van functies in de hoofdplanstructuur geïntroduceerd te worden. De ontheffing krachtens de Flora- en Faunawet en de compenserende maatregelen die voorgeschreven zijn door het Ministerie van LNV blijven kader voor deze visie en het op te stellen bestemmingsplan. De compenserende maatregelen zijn deels al in uitvoering.
De oorspronkelijke gedachte in het oorspronkelijke Masterplan voor de hoofdgroenstructuur van Schuytgraaf bestond uit een droge ecologische zone aan de oostkant (ten westen van het centrum) en een natte ecologische zone aan de westkant. Deze beide noord-zuid lopende stroken werden door groene dwarsverbindingen aan elkaar gekoppeld.
In het kader van de actualisatie van het Masterplan zoals opgenomen in de Visie op de doorontwikkeling van het Masterplan Schuytgraaf wordt de vraag gesteld in hoeverre de ecologische betekenis van beide verbindende zones tot zijn recht zal komen.
De vraag wordt gesteld of de zones wellicht de nodige robuustheid en omvang missen, om als natuurgebieden te kunnen functioneren. Beide zones zijn tamelijk smal en grenzen aan woonvelden, waardoor de druk vanuit de bewoners op deze zones groot zal zijn. Geconstateerd wordt dat in de praktijk niet zal meevallen om betreding van deze zones door aanwonenden te voorkomen. De zones zullen al gauw worden benut als wandelroutes, speelplek, hondenuitlaatplek, etc. Door de menselijke activiteiten is een zwaardere belasting van de zones te verwachten. De inrichting van beide zones zou daarop moeten worden afgestemd, met dien verstande dat de ecologische zones zodanig ingericht kunnen worden, dat met in achtneming van de aanwezige waarden recreatief medegebruik optimaal mogelijk is.
In het Groenplan 2004 - 2007/2015 is een beweging in deze richting al ingezet. De droge ecologische zone wordt in het Groenplan 2004 - 2007/2015 niet (meer) als zodanig benoemd. Deze zone wordt aangeduid als wijkpark met daarin een evenwichtige verdeling van natuurwaarden en gebruiksruimten (bijvoorbeeld sport en spel). De entrees zijn in het Groenplan opengemaakt en langs de paden wordt de eerste meter intensief gemaaid om de hond te kunnen uitlaten.
Het ontwerp voor de natte ecozone is gebaseerd op het programma van eisen van GEM Schuytgraaf Beheer B.V. Het programma van eisen is gebaseerd op de ontheffingen en voorwaarden van de Flora en Fauna wet. Het ontwerp voor de ecozone zorgt ervoor dat er plaats is of komt voor bepaalde soorten.
Voor de natte ecologische zone is al een ontwerp gemaakt. In de gebiedsvisie 'Visie op de doorontwikkeling van het Masterplan Schuytgraaf” en in dit bestemmingsplan wordt van dit ontwerp uitgegaan.
Er is in het ontwerp voor de natte ecozone zo veel mogelijk aansluiting gezocht met het bestaande landschap door zichtlijnen en dwarsroutes te behouden en waardevolle beplanting te handhaven. Het watersysteem blijft echter gescheiden van het omringende landschap omdat de vuilwatersloot van Schuytgraaf langs de Vogelenzangsestraat loopt en de ecozone haar eigen schoonwaterkwaliteit kent. De natte ecozone heeft een oppervlakte van 34,8 hectare waarvan bijna een derde uit de zandwinplas en haar omgeving bestaat. Het ontwerp van de natte ecozone is te zien op afbeelding 14.
Het ontwerp van de ecozone is benaderd vanuit het vraagstuk hoe het potentieel van natte ecologie zo veel mogelijk benut kan worden:
In het ontwerp wordt per deelgebied een beschrijving van het verdere ontwerp gegeven en de (beheer)maatregelen die nodig zijn om dit te bereiken en te handhaven.
Van het ontwerp voor de natte ecozone wordt een definitief ontwerp gemaakt en vervolgens uitgevoerd.
Afbeelding 14
Natte ecozone
Oorspronkelijke invulling
Voor de droge ecologische zone is geen ontwerp gemaakt, maar wordt er door middel van vroegtijdig beheer en inrichting toegewerkt naar een eindbeeld. Dit eindbeeld en het beheer dat daar voor nodig is worden beschreven in het beheerplan, Ontwikkelbeheer Groot Groen Schuytgraaf (juli 2007). Met dit beheer is al een start gemaakt, zodat het eindbeeld van de droge ecozone bereikt is, tegen de tijd dat Schuytgraaf gereed is. Daarnaast creëert het vroegtijdig realiseren van grote groengebieden, zoals de droge ecozone, leef- en groeigebied voor (beschermde) dieren en planten in Schuytgraaf.
Het beschreven eindbeeld voor de droge ecologische zone is openheid: een begraasde bloemenweide van vochtige tot droge grond, randen met struweel en boomgroepen en poelen. Doelsoorten hierbij zijn goudhaver, gewone tijm, gewone agrimonie, kattedoorn, rugstreeppad, kamsalamander.
Vanaf de aankoop van het gebied is een verschralingsbeheer ingezet om te komen tot het eindbeeld, door het gebied twee keer per jaar te maaien en het maaisel af te voeren.
Zodra er 5 ha aaneengesloten gebied is ontstaan, kunnen er koeien ten behoeve van nabeweiding worden ingezet. De voorkeur gaat hierbij uit naar Hollandse runderrassen. Het terrein moet dan geschikt worden gemaakt voor begrazing door runderen door om het terrein een afrastering te plaatsen. Het gebied wordt hierbij verdeeld, zodat er beter ingespeeld kan worden op de vegetatieontwikkeling. De aanwezige sloten kunnen als natuurlijke scheiding dienen.
Visie op doorontwikkeling van het Masterplan Schuytgraaf
In paragraaf 6.7.1 wordt de visie op de doorontwikkeling van het Masterplan Schuytgraaf met betrekking tot de ecologische zones samengevat. Met betrekking tot de droge ecologische zone wordt hier in de genoemde visie het volgende aan toegevoegd.
Een grotere mate van biodiversiteit kan worden bereikt als niet alleen wordt geopteerd voor het inzetten van grote grazers. In dat geval zal namelijk volledige afsluiting van het terrein voor het publiek niet nodig zijn. Wel kan het terrein worden opgedeeld in plekken die makkelijk, moeilijk en niet zijn te betreden. Moeilijk te betreden plekken zullen gaan bestaan uit wild en hoog gras met verspreid andere vormen van (bloemrijke) vegetatie waarin laarzenpaden, knuppelpaden, et cetera. kunnen komen. Deze worden gecombineerd met plekken die eenvoudig gebruikt kunnen worden of plekken die niet betreedbaar zijn waardoor de natuur meer kans krijgt. Zo'n afwisseling zorgt voor een grote mate van biodiversiteit.
De biodiversiteit van de droge ecologische zone kan nog verder worden vergroot als het reliëf wordt versterkt. Een geaccidenteerd terrein met hoge en lage delen, droger en natter en met veel en verschillend geëxponeerde hellingen maakt het mogelijk dat diverse planten- en dierengemeenschappen in deze zone gedijen. Het aanbrengen van reliëf biedt de mogelijkheid om ook geluidswallen in het landschap te integreren. Een geluidswal hoeft dan geen gebiedsvreemd element in het landschap te zijn, maar kan dan harmonisch in deze zone worden ingepast. Wallen en hoogteverschillen mogen niet de zichtlijnen vanuit Schuytgraaf naar het landschap verstoren. Om de lange zichtlijn over de droge ecologische zone te behouden, is de eerder geplande verhoogde rotonde van de N837 dan ook niet uitgevoerd. Deze is op maaiveld uitgevoerd. De beleving van het landschap wordt gezien als de 'ziel' van het plan.
De visie geeft aan dat voor de gehele hoofdplanstructuur een integraal ontwerponder¬zoek zal worden uitgevoerd. Op basis daarvan wordt vastgesteld wat er uitgevoerd gaat worden. Bij de uitwerking zal een balans gezocht moeten worden hoe, met inachtneming van de natuuropgave, met recreatief medegebruik van natuur kan worden omgegaan. Daarbij is te denken aan een struinroute, een speelaanleiding in een natuurlijke omgeving, etc. Of in de toekomst extensieve begrazing mogelijk is, wordt bij de uitwerking nagegaan. Ervaringen elders in de stad, met begrazing door een schaapskudde, zullen daarbij worden meegenomen. In de droge ecozone zijn tijdelijke voorzieningen (onder andere Albert Heijn) neergezet, maar die verdwijnen in de toekomst.
In het nieuwe bestemmingsplan zal de hoofdplanstructuur en de droge ecologische zone worden opgenomen met een groene bestemming. Het opwerpen van geluidswallen zal mogelijk worden gemaakt, evenals het plaatsen van civieltechnische kunstwerken, het aanleggen van paden en recreatief medegebruik. Deze zullen, afhankelijk van de gekozen oplossing, wel of niet worden aangelegd.
De wijk Schuytgraaf zal worden dooraderd door een aaneengesloten stelsel van groene (langzaamverkeer)routes: het circuit. Het circuit vormt de verbindende schakel tussen de groene en stedelijke elementen en vervult een belangrijke functie als recreatief uitloopgebied van de aangrenzende woonvelden. In paragraaf 6.12.3.2 wordt hier nader op ingegaan.
Bij de uitwerking van de bouwvelden (de woningbouwlocaties) worden zo mogelijk enkele bestaande singels en waardevolle erven ingepast. In de bouwvelden is relatief weinig openbare ruimte en openbaar groen voorzien. Het openbare groen in de woonvelden zal zoveel mogelijk worden geconcentreerd.
In de woonvelden wordt uitgegaan van een groene aankleding van het particuliere terrein door toepassing van hagen als erfafscheidingen.
In de middeldichte velden wordt het openbaar groen verbonden met het circuit. In de bebouwingsvelden met een hoge dichtheid wordt minder groen aangelegd.
Het oppervlaktewater wordt zowel voor de stedenbouwkundige structuur als voor te realiseren woonmilieus een belangrijke en karakteristieke drager van de woonwijk. In Schuytgraaf speelt water een belangrijke rol. De nieuwe woonwijk is gesitueerd op de relatief natte komgronden. Watergangen zijn voor de waterhuishouding van groot belang. Tevens zal water in Schuytgraaf worden ingezet als een centraal vormgevend element om de buurten en de wijk een eigen en voor Arnhem uniek karakter te geven.
Door Schuytgraaf slingert een hoofdwatergang. De ligging is zodanig dat alle delen van de wijk op korte afstand van de watergang liggen, waardoor een optimale afwatering mogelijk wordt. Door het maken van peilverschillen in de watergangen ontstaat een systeem waarin schoon kwelwater niet vermengd wordt met minder schoon water uit de wijk. Het schone water stroomt omlaag door de wijk, waarbij geleidelijk menging optreedt met minder schoon water. Uiteindelijk wordt het water afgevoerd naar het agrarische gebied ten zuiden van de Schuytgraaf. Vergeleken met het overige agrarische water is het water uit Schuytgraaf relatief schoon (voedselarm).
Waar het moet zal een verbeterd gescheiden rioolstelsel aangelegd worden, waar het kan wordt een geïntegreerd stelsel aangelegd. Daarbij wordt een deel van het regenwater afgekoppeld en stroomt rechtstreeks naar het oppervlakte water of infiltreert in de bodem. Dit gebeurt via buffers in de vorm van bodempassages, zodat enige zuivering plaats vindt. De watertechnische functie wordt hier gecombineerd met de groene functie.
In paragraaf 4.2 wordt nader ingegaan op de technische aspecten van de waterhuis-houding.
Inmiddels is een groot deel van het watersysteem, inclusief de stuwen, gerealiseerd, alleen het water rondom veld 1, 2 en 3, het water bij de centrumvelden en rondom de sportvelden moet nog aangelegd worden. Voor het voedselrijk watersysteem geldt dat het grootste deel nog aangelegd moet worden.
In de westelijke rand van het plangebied ligt een grote waterplas. Deze plas is bestemd voor de zandwinning ten behoeve van de aanleg van de wijk Schuytgraaf. Inmiddels is al het zand gegraven en maakt de waterplas onderdeel uit van de natte ecozone. De taluds van de zandwinplas worden nog aangepast aan de hand van het definitieve ontwerp van de natte ecozone. Zie beschrijving over natte ecozone in paragraaf 6.7.2.
Door de planwijzigingen hebben ook verschuivingen in de situering van bos plaatsgevonden, waarbij compensatie van het oorspronkelijk aanwezig bos afdoende plaatsvindt. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de oorspronkelijke situatie, de bestemde situatie en de herziene situatie.
Voordat met de uitvoering van het bestemmingsplan Schuytgraaf werd begonnen was in het gebied 8,5 hectare bos aanwezig. Dit was 6 hectare ter plaatse van de zandwinplas en 2,5 hectare bij veld 3. Deze 2,5 hectare wordt ingepast en blijft dus bestaan. De 6 hectare is inmiddels gekapt en wordt gecompenseerd. Op grond van de provinciale richtlijnen is een compensatie met 20% extra bos voorgeschreven. De 6 hectare moet daarom worden vervangen door 7,2 hectare bos. Samen met de 2,5 hectare zou in het vigerende bestemmingsplan daarom minimaal 9,7 hectare moeten zijn vastgelegd.
In de herziening zijn de volgende bosbestemmingen op de verbeelding aangegeven:
Het totaal van nieuw aan te leggen bos is 7,2 hectare.
Te handhaven ten oosten van veld 3 2,5 hectare.
In totaal is er dus 9,7 hectare bos. Er wordt voldaan aan de 9,7 hectare bos die minimaal benodigd is. Op afbeelding 8 is de ligging van de boscompensatie gebieden te zien.
Op de verbeelding zijn de bospercelen als bos aangegeven. Alleen ten westen van de zandwinplas wordt de 0,8 hectare bos dus aangegeven in de bestemming natuur. In de bestemming natuur naast de zandwinplas zal 0,8 hectare bos moeten komen. Dit bos moet 'spontaan' gaan groeien en zal dus niet worden aangeplant.
Binnen het plangebied van Schuytgraaf zijn de natuurwaarden eerder in beeld gebracht en onderzocht in het kader van het vigerende bestemmingsplan. Met deze herziening, waar voornamelijk in het zuidelijk deel van het plangebied de eerder beoogde groeninrichting zal wijzigen in bebouwing, is een actualisatie noodzakelijk. Op de betreffende locaties zijn de natuurwaarden onderzocht en in het kader van de Flora- en faunawet is, met het oog op de verstoring van flora en fauna, inmiddels een nieuwe ontheffing ex artikel 75 van deze wet aangevraagd.
Er is ontheffing gekregen voor rapunzelklokje, kamsalamander, poelkikker, rugstreeppad, bermpje, bittervoorn, grote modderkruiper, kleine modderkruiper, bosvleermuis, gewone dwergvleermuis, gewone grootoorvleermuis, grote bonte specht, laatvlieger, rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis, steenmarter, watervleermuis, kerkuil, waterspitsmuis, bruine kikker-complex, gewone pad, kleine groene kikker, middelste groene kikker, kleine watersalamander en bosvleermuis, zie paragraaf 4.1.13. Om aan deze ontheffingen te voldoen moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan, die deels al uitgevoerd zijn en voor een deel nog uitgevoerd moeten worden. Deze noodzakelijke voorwaarden en maatregelen staan vermeld in de documenten die in paragraaf 4.1.13 beschreven zijn.
Schuytgraaf is een nieuwe woonwijk in Arnhem die voorziet in haar eigen voorzieningen. Naast dat Schuytgraaf iets zal betekenen voor de mensen die er wonen en komen te wonen, zal het mooi zijn als Schuytgraaf ook wat te betekenen heeft voor mensen buiten Schuytgraaf. Dus de mensen uit de gemeente Arnhem, uit de provincie Gelderland, uit heel Nederland en zelfs uit het buitenland. Een manier om dit te bereiken is het maken van een kunstroute in de vorm van Landart. De kunstroute zal dan lopen vanaf het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem tot aan Museum het Valkhof in Nijmegen, door Schuytgraaf en park Lingezegen. De landart route loopt van noord naar zuid door de droge ecozone. Een eerste landart project wordt al gevormd door De Landing, de invulling van het archeologische monument tussen veld 13 en 15 in. Er zijn ideeën om een paviljoen van het archeologische monument in gebruik te nemen als expositieruimte en als start-, eind- of tussenpunt voor de landartroute.
Naast de landart route zoals beschreven in bovenstaande alinea komt er nog een landart route door Schuytgraaf. Deze zal geen internationale betekenis hebben en zal vooral bedoeld zijn voor de wijk zelf. Deze route zal aanhaken op de andere landart route. Deze landart zal vooral samen moeten gaan met de flora en fauna van het gebied, aangezien deze voornamelijk in de natte ecozone ligt.
Beide routes zijn te zien op afbeelding 16.
Afbeelding 16
Landart routes