Bestemmingsplan Weerdjes

4.7 Water

Oppervlaktewater

Binnen het plangebied komt geen zichtbaar of onzichtbaar oppervlaktewater voor. Langs de zuidwestelijke rand van het plangebied stroomt de rivier de Nederrijn.

Grondwater

Het maaiveld binnen het plangebied heeft een bijzonder verloop. Het hoogste gedeelte bevindt zich, zoals verwacht mag worden, aan de noordwest zijde: ± 15,2 meter boven N.A.P. Daarna daalt het maaiveld richting de Weerdjesstraat tot een niveau van 12,5 meter boven N.A.P. om vervolgens richting de Rijnkade weer op te lopen naar ± 13,8 meter boven N.A.P. Het deel tussen Weerdjesstraat en Langstraat, gelegen langs de Nieuwstraat, is met een maaiveld tussen de 12,5 en 12,6 meter boven N.A.P. ook laag te noemen.

Het grondwater binnen het plangebied maakt onderdeel uit van het grote grondwatersysteem dat vanaf de Veluwe richting de Betuwe stroomt. De gemiddelde grondwaterstand bevindt zich globaal rond de 9 meter boven N.A.P. Echter door de ligging van het plangebied tegen de Nederrijn is het te verwachten dat het grondwater effecten ondervindt van de waterstanden op de rivier. Uit meetgegevens blijkt dat het grondwater fors kan mee fluctueren. De ondergrens, de laagst voorkomende grondwaterstand, is wel constant te noemen. Lage(re) waterstanden op de rivier worden gedempt door de afvoer van grondwater vanaf de Veluwe. Bij hoge waterstanden op de rivier wordt de afvoer vanaf de Veluwe geblokkeerd en stijgt het grondwater in onder meer het plangebied.

De ontwatering, het verschil tussen maaiveld en het grondwater, kent dan ook grote verschillen. Dit komt door de verschillen in maaiveldhoogtes en door de fluctuerende grondwaterstanden. Aan de noordzijde van het plangebied is de ontwatering goed te noemen; gemiddeld 6 m. en bij hoge rivierstanden (eens per 10 jaar) is dit nog 4 meter. Tussen de Rijnkade en de Weerdjesstraat is de ontwatering normaal gesproken iets meer dan 4 meter. maar bij eenzelfde hoog watersituatie neemt dit af tot bijna één meter.

In de gevarieerde, grotendeels zandige ondergrond, kunnen leem- of kleilagen voorkomen. Deze lagen kunnen lokaal grote afwijkingen veroorzaken ten opzichte van de te verwachten grondwaterstand.

Afvalwatersysteem

De gebouwen in het plangebied zijn allemaal aangesloten op een gemengd rioolstelsel. De ligging van het plangebied, bijna aan het einde van het rioleringstelsel, is de reden dat in en rond het plangebied enkele grote riolen liggen die het afvalwater van de verder gelegen wijken naar het rioolgemaal bij de John Frostbrug transporteren (Lage Kade, Weerdjesstraat). Om overbelasting bij forse regenval te voorkomen heeft een rioolstelsel nooduitlaten, overstorten genaamd. Eén van deze overstorten bevindt zich in het verlengde van de Vossenstraat, net buiten het plangebied, in de Lage Kade. Het riool in de Vossenstraat is van groot belang om in die situaties het afvalwater richting de overstort te kunnen transporteren en zo het omliggend stedelijk gebied droog te houden. Dit riool wordt in dit bestemmingsplan beschermd met een dubbelbestemming 'Leiding - Riool' (meer informatie in paragraaf 5.3.10).

Het naastgelegen oostelijke deel van het verkeersplein de Blauwe Golven heeft een regenwaterstelsel dat afvoert via een leiding schuin door de waterkering naar de overstort Vossenstraat in de Lage Kade.

Waterkering

Aan de zuidwestzijde van het plangebied ligt de noordelijke waterkering van de Nederrijn. Ter bescherming van de waterkering ligt een beschermingszone, bestaande uit een kernzone, een beschermingszone en een profiel van de vrije ruimte. De kernzone heeft binnen het plangebied een variabele breedte van 5 tot 15 meter. Langs de kernzone ligt de beschermingszone. Deze heeft een breedte van 5 meter op maaiveld en gaat ondergronds verder onder een denkbeeldige lijn van 1:5. De beschermingszones zijn op de bestemmingsplankaart en op de legger van het waterschap aangegeven en worden door de Keur van het waterschap beschermd. Het profiel van de vrije ruimte is een ruimtelijke reservering bedoeld om toekomstige aanpassingen aan de waterkering mogelijk te maken. Deze ruimte is aangegeven op de legger van het waterschap en wordt ook beschermd door de Keur.

Conclusie  

Voor het beheergebied zijn geen risico's of belemmeringen ten aanzien van de waterhuishouding aanwezig. Aandacht voor de op de waterattentiekaart aangegeven voorzieningen. Deze mogen niet beperkt worden in hun functioneren.