Plan: | Bestemmingsplan Akzo en omgeving |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.753-0201 |
De namen (Fontanus, Kernheim, De Enk) van enkele gebouwen die nog op het terrein staan verwijst naar lang vervlogen tijden. Fontanus is de naam van het landgoed (buitengoedje of spijker) dat tot 1899 in dit gebied lag. Later is deze naam gegeven aan een villa aan de Velperweg nr. 72 die in 1958 werd gesloopt. De naam Fontanus is daarna gegeven aan een langwerpig gebouw, gelegen aan de oostkant van het AkzoNobel Center, in de luwte van het huidige kantoorgebouw de Enk.
In de middeleeuwen stond tussen de huidige hoofdingang van het Akzo Nobel Center en de uitbouw van het tegenwoordige gebouw de Enk een boerderij, Ter Inde genaamd. Deze groeide uit tot een landgoed dat tot in de tijd van Fontanus de Fabitatie werd genoemd.
Fontanus is de naam van een predikant die omstreeks 1600 in het gebied ging wonen. Toen werd het gebied de Fabitatie of de Fabitage genoemd.
De erfgenamen van Fontanus verkochten het landgoed in 1617 met toestemming van de regering. Het Spijker werd daarna het Fontanusspijker genoemd. Omstreeks 1670 woonde een advocaat (Robertus Keuchenius) op het Fontanusspijker.
Het gebied dat later het AkzoNobel Center zou worden had in 1767 drie eigenaren. In het westen en in het noorden langs de Velperweg lag het landgoed Den Hartog. Het bestond uit en huis, hof, schuur en tabaksland. In het oosten lag de grond van het Sint Anthony Gasthuis. Ook dit bestond uit huis, schuur en tabaksland. Tussen beide in lag een smalle strook grond aan de Velperweg, het landgoed Fontanus, ook bestaande uit huis, hof, schuur, bouw- en tabaksland.
Tegenover het Spijker aan de andere kant aan de Velperweg lag de Meulenkamp, waarop twee huizen stonden. Op de grond van het Sint Antony Gasthuis, lag vlak naast de ingang naar Fontanus, een boerderij van Willemsen. Een eind verderop, aan de andere zijde van de huidige Beeldhouwerstraat waar tot voor kort garage Veer stond, stond in 1832 boerderij de Eng.
Het Fontanusspijker bereikte men door via een bruggetje de beek over te steken. Daar stond een groot en voornaam hek dat de ongewenste bezoeker moest tegenhouden. Het terrein het Het Spijker was hier ongeveer 35 meter breed. Een ongeveer 150 meter lang pad leidde naar het gebouw waarachter een boomgaard, een vijver en een koepel lagen.
Het pad naar Fontanus moet hebben gelegen op de plaats waar tot in 1958 villa Fontanus stond. Naar de huidige situatie vertaald is dat aan de Velperweg, in de vijver, ter hoogte van de hoofdingang van het huidige gebouw de Enk. Het gebouw zelf moet hebben gelegen waar nu de achteringang van de Enk is.
In 1832 kwam het landgoed in handen van een kolonel en was toen ongeveer twee hectare groot. Daarachter lag nog een groot langgerekt weiland van ongeveer 1000 x 150 meter. Dit liep helemaal door tot aan de Broekstraat.
Ongeveer halverwege de vorige eeuw werd architect J.W. Fromberg eigenaar van het landgoed Fontanus, gevolgd door andere gedeelten, waaronder Den Hartog, van het latere AkzoNobel Center.
Na het overlijden van zijn vrouw in 1875 begonnen de uitverkoop en de verkaveling.
Zo werd een stuk bouwland verkocht dat achter villa Costa (later villa Iwalt) lag. In 1878 werd villa Kernheim verkocht. In 1877 schonk hij de gemeente de toen pas aangelegde Tivolilaan. Van het oude landgoed Fontanus verkocht hij in 1881 en 1882 percelen grond waarop later de Orangerie en villa Fontanus zouden worden gebouwd. In 1882 overleed H.W. Fromberg en in Arnhem zijn twee straten naar hem vernoemd: de Frombergstraat en de Frombergdwarsstraat.
In 1898 verkocht zijn zoon het landgoed Fontanus aan Jonkvrouw W.P. van Eijs. Ook had zij de ernaast gelegen villa de Enk gekocht.
Het landgoed Fontanus, dat in die tijd nog uit een huis, stal, tuin, terrein van vermaak, kwekerij en boomgaard bestond, werd met villa de Enk tot één groot landgoed samengevoegd. In het eeuwenoude huis Fontanus moet men niet veel meer hebben gezien, want het werd in 1899 afgebroken.
Ontwikkeling naar industie.
Midden in de jaren twintig werden de gronden door de Kunstzij aangekocht. De villa de Enk en ook andere villa's (Kernheim, San Luca) kwamen in eigendom van de fabriek.
Op 8 mei 1911 werd door J.C. Hartogs de NV Nederlandsche Kunstzijdefabriek opgericht. De fabriek vestigde zich aan de Vosdijk, waar een stuk grond in erfpacht werd verkregen van de gemeente Arnhem.
In het najaar van 1911 werd begonnen met de ophoging van het erg laag gelegen terrein en in het voorjaar van 1912 werden de fundamenten aangelegd van het eerste fabrieksgebouw, dat in augustus 1912 werd voltooid.
In 1912 werd de fabriek in gebruik genomen, waarna na maanden van proefdraaien op 10 juni 1913 de eerste partij kunstzijde kon worden verkocht. Nog voor 1915 werden plannen ontwikkeld voor een aanzienlijke vergroting van de spincapaciteit (verdubbeling) en vergroting van het hoofdgebouw.
Zo ontstond de lange vleugel aan de Vosdijk, die haaks aansloot op het oudste gedeelte uit 1912.
De AKU/ENKA groeide in korte tijd uit tot een zeer succesvolle onderneming, die vooral ook in de jaren '20 grootschalige uitbreidingen kende. Tussen 1924 en 1928 werd het grote fabriekscomplex ter plekke van de Kernheimstraat gerealiseerd naar ontwerpen van architect Beenker (de huisarchitect van de AKU). Uit deze periode dateert ook de centrale en een groot gebouw ten noorden van het oude hoofdgebouw.
In de jaren '50 volgden opnieuw grote uitbreidingen binnen het complex, waaronder het gebouw "Zuid" en de gehoorzaal, welke deel uitmaakt van de uitbreiding "Noord".
Met de groei van het bedrijf ontstond ook de behoefte aan een nieuw hoofdkantoor. De directie en administratieve afdelingen waren tot dan toe gehuisvest in onder meer enkele villa's aan de Velperweg. In 1955 werd begonnen met de bouw van een fors centraal kantoorgebouw, dat een prominente plaats kreeg aan de Velperweg, waardoor aan deze zijde enkele van de oude villa's, onder meer villa "de Enk", moesten wijken. Het evenwijdig aan de Velperweg gelegen gebouw was bestemd voor de directie en een aantal centrale diensten. De loodrecht op dit gebouw aansluitende achterbouw huisvestte de administratieve diensten.
Ontwerper van het AKU-hoofdkantoor was Prof.Ir. H.T. Zwiers, architect te Haarlem. Zwiers, geboren in 1900 te Amsterdam, was als hoogleraar verbonden aan de Technische Hoogeschool te Delft. Hij was voor de Tweede Wereldoorlog één van de aanhangers van de Amsterdamse school en later de Delftse school. De bouw van het nieuwe AKU-hoofdkantoor werd in twee fasen uitgevoerd. De voorbouw was in 1956 grotendeels gereed. Met de bouw van de grote achtervleugel moest toen nog worden begonnen. in 1960 vond de officiële opening van het complex plaats. Ook werd toen het aansluitende clubgebouw "de Enk" in gebruik genomen, bestemd voor zakelijke activiteiten (ontvangsten, conferenties, jubilea, vergaderingen, etc.) en diverse binnen de AKU opgerichte verenigingen.
Het gebouw bezit architectuurhistorische waarde als goed en is een betrekkelijk gaaf voorbeeld van een monumentaal kantoorgebouw uit de jaren '50 van de 20ste eeuw, gebouwd volgens de beginselen van het functionalisme, vermengd met de voor de architectuur van architect H.T. Zwiers zo kenmerkende decoratieve en expressieve motieven.
Het gebouw is van belang vanwege de specifieke, in de gemeente Arnhem zeldzaam voorkomende, bouwstijl; voorts als belangwekkend en ook in de bouwperiode reeds in het oog springend en geroemd onderdeel van het oeuvre van H.T. Zwiers (vermelding in bouwbladen). Door zijn bijzondere verschijningsvorm, opvallende bouwmassa en prominente ligging is het kantoorgebouw een belangrijk beeldbepalend element voor het straatbeeld van de Velperweg.
Het gebouw kan nu beschouwd worden als het meest kenmerkende historische object dat herinnert aan de bijzondere betekenis van het AKU/ENKA-complex voor de gemeente Arnhem en de grote bloeiperiode, die het bedrijf al voor, maar ook na de Tweede Wereldoorlog kende.
Na enkele eerdere fusies fuseerde in 1969 de Algemene Kunst zijde Unie (AKU), een Nederlands-Duitse fabrikant van kunstvezels, met Koninklijke Zout Organon, actief in onder andere chemie, geneesmiddelen en verf, en ging het bedrijf Akzo heten.
AkzoNobel werd in 1994 gevormd door overname van Nobel Industies door Akzo. Dit bedrijf maakt ondermeer hulpchemicaliën voor de papierindustrie.
In 1998 werd het Britse Courtaulds ingelijfd, een grote producent van coatings en vezels. Akzo Nobel behoort nu tot de grootste producenten van coatings ter wereld. De kunstvezelbedrijven van Courtaulds en Akzo Nobel werden samengevoegd onder de nieuwe naam Acordis en verkocht aan CVC Capital Partners, dat op zijn beurt het onderdeel Twaron BV verkocht aan Teijin.
In 2007 werd het Britse concern ICI door AkzoNobel overgenomen met de bedoeling om de verf (coating)afdelingen bij elkaar te voegen en de niet bij de kernactiviteiten passende onderdelen te verkopen. Akzo Nobel zou uitgroeien tot de grootste verffabrikant ter wereld. In 2008 werd het bedrijf omgedoopt tot AkzoNobel.
Ontwikkelingen na 2002
Een deel van het terrein is in 2002 door AkzoNobel verkocht aan de ontwikkelaarscombinatie Velperparc bv (Klaassen/BAM). Zij hebben vervolgens de zuidelijke vleugel van het gebouw De Grote Enk doorgeleverd aan Cocon vastgoed management bv., ten behoeve van de ontwikkeling van een bedrijfsverzamelkantoor.
Voor de rest van haar gebied (de noordoostelijk hoek waar de gebouwen De Grote Enk, De Kleine Enk en Fontanus gelegen zijn) heeft de ontwikkelaarscombinatie een planvormingsproces voor woningbouw doorlopen. Het gemeentelijke monument De Grote Enk is verbouwd tot appartementen, voor het gebouw De Kleine Enk wordt een geschikte gebruiker gezocht, het gebouw Fontanus is gesloopt, en op die plaats is een woningbouwplan tot het stadium van goedgekeurde bouwaanvraag gebracht. In verband met de vastgoedcrisis is het plan echter teruggetrokken.
De beoogde woningbouwontwikkeling is gekaderd in een door de ontwikkelaarscombinatie opgestelde Structuurvisie Velperparc (2006), die voor het gehele AkzoNobel-terrein een ruimtelijke en functionele planopzet biedt. Deze visie is door de gemeente aanvaard, en vormde de basis voor gemeentelijke ontwikkelingsrandvoorwaarden voor het Akzo-terrein.
Parallel aan deze ontwikkelingen was ook AkzoNobel bezig haar strategie te bepalen.
De concernactiviteiten en de locaties wereldwijd werden geprioriteerd en herschikt. Enige jaren geleden verplaatste AkzoNobel haar hoofdkantoor naar Amsterdam. De research en productontwikkeling bleef op de Arnhemse locatie, de productie ging naar elders.