Plan: | Bestemmingsplan Elsweide - Over het Lange Water, gedeeltelijke herziening 2010-01 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.751-0201 |
Bij ruimtelijke ingrepen, zoals nieuwbouw, moet rekening worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden in en om het projectgebied. In dit kader is in november 2009 door SAB Arnhem B.V. een quick scan flora en fauna uitgevoerd (zie bijlage 6). Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Groenbalans
Het plangebied biedt in de huidige situatie ruimte aan een voormalige huishoudschool en is daarmee grotendeels bebouwd. In de toekomstige situatie zijn 34 woningen, in de vorm van 7 bouwblokken, voorzien. Deze bouwblokken worden omgeven door groene ruimten. Het bebouwd oppervlak neemt af ten opzichte van de huidige situatie.
Gebiedsbescherming
Het projectgebied bevindt zich circa 470 meter van een speciale beschermingszone als bedoeld in de Vogel- en/of Habitatrichtlijn, namelijk de Uiterwaarden IJssel (Natura 2000). Gezien de binnenstedelijke ligging van het plangebied en ook bezien de barrières die tussen het plangebied en het Natura 2000 gebied liggen, zijn negatieve effecten op de beschermde gebieden niet te verwachten. Gebiedsbescherming is hiermee niet aan de orde.
Soortenbescherming
Voor wat betreft soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten. Als hiervan sprake is, moet ontheffing worden aangevraagd.
De meeste van deze soorten zijn beschermd maar vallen onder het lichte beschermingsregime van de Flora- en faunawet (tabel 1). Hiervoor geldt dat aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen op basis van een vrijstelling mogelijk is, zonder dat er sprake is van procedurele consequenties.
Een aantal van de mogelijk voorkomende soorten staat vermeld op tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet en is daarmee strikter beschermd. Voor deze soorten geldt dat aantasting van vaste rust- en verblijfplaatsen voorkomen moet worden of een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet moet worden aangevraagd.
Op basis van verspreidingsgegevens, aanwezige habitat en veel toegangsopeningen tot spouwmuren of andere mogelijke schuilplaatsen kan worden gesteld dat zowel boombewonende soorten vleermuizen als gebouwbewonende soorten vleermuizen vaste rust- of verblijfplaatsen kunnen hebben binnen het plangebied. Negatieve effecten van de beoogde ontwikkelingen op deze vaste rust- of verblijfplaatsen zijn niet op voorhand uit te sluiten.
Verder kunnen bij de start van werkzaamheden in het broedseizoen, broedende vogels worden verstoord, of hun nesten worden aangetast. Er is geen vrijstelling te verkrijgen in het kader van de Flora- en faunawet voor activiteiten die vogels in hun broedseizoen zou kunnen verstoren. Werkzaamheden dienen plaats te vinden buiten het broedseizoen of tijdens het broedseizoen, als broedende vogels binnen en in de directe omgeving van het plangebied uitgesloten kunnen worden.
Nader onderzoek
Uit de quick scan is naar voren gekomen dat een aantal strikt beschermde soorten mogelijk voor kan komen in het plangebied. Bij het slopen van de bebouwing is niet uitgesloten dat vaste rust- of verblijfplaatsen van gebouwbewonende soorten vleermuizen worden aangetast.
In het kader van dit project en overige projecten in de wijk Presikhaaf is op basis van eerdere bevindingen al een ontheffing aangevraagd ingevolge artikel 75 van de Flora- en faunawet. Deze ontheffing is, na aanpassingen van een eerdere ontheffing naar aanleiding van een handhavingverzoek, uiteindelijk door het Ministerie van LNV verleend onder nummer FF/75C/2006/0051B. Deze ontheffing is geldig tot 1 juli 2011 en heeft betrekking op het aantasten van vaste rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen. In de ontheffing worden een aantal mitigerende maatregelen genoemd die voorkomen dat de ecologische functionaliteit achteruit gaat. Daardoor blijven de soorten behouden en is het nader onderzoek niet noodzakelijk.
In 2011 moet de ontheffing dus worden verlengd. Voor de verlenging wordt in de periode maart – november 2010 een volledige inventarisatie uitgevoerd naar de natuurwaarden in heel Presikhaaf en dus ook in het plangebied Cannenburglaan. De verwachting is dat deze ontheffing zal worden verleend.
Aanbevelingen
Naast de consequenties die voortkomen uit de Flora- en faunawet is ook een aantal vrijblijvende aanbevelingen te doen ten aanzien van de inrichting van het plangebied, zoals: