Bestemmingsplan Oude Huissenseweg - Ir. Molsweg

7.1 Vooroverleg

Artikel 1.3.1 Bro Vooraankondiging

Volgens artikel 1.3.1 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening moet het voornemen tot een ontwikkeling worden gepubliceerd. Aan deze verplichting is voldaan met een publicatie van het voornemen in de Arnhemse Koerier van woensdag 2 september 2009. In deze publicatie is opgenomen dat er naar aanleiding van het voornemen geen stukken ter inzage worden gelegd en dat er geen mogelijkheid bestaat tot het indienen van zienswijzen. Wel is in de publicatie gemeld dat er een informatieavond gehouden wordt (zie kopje Overleg met omwonenden).

Overleg met Omwonenden

Op grond van artikel 3.1.6 sub e van het Bro gaat de toelichting tevens vergezeld van een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Op dinsdag 15 september hebben de gemeenten Arnhem en Lingewaard gezamenlijk een inloopavond georganiseerd om omwonenden en belangstellenden te informeren over het voornemen. Bewoners van de Oude Huissenseweg en 't Duifje (in totaal 871 adressen) alsmede omwonenden rondom de Nielant in Huissen (70 adressen) zijn met een brief persoonlijk uitgenodigd. Daarnaast is in de Arnhemse Koerier van 7 september 2009 en op de gemeentelijke website een artikel gepubliceerd waarin aandacht wordt besteed aan het project en waarin de inloopavond nogmaals onder de aandacht werd gebracht.

De inloopavond vond plaats van 18.00 uur tot 21.00 uur in Sport- en Ontmoetingscentrum De Brink aan De Brink 8 in Huissen. Tijdens de inloopavond hadden de bezoekers de gelegenheid om vragen te stellen aan de aanwezige ambtenaren over het project en het bestemmingsplan. Daarnaast bestond er de mogelijkheid om door middel van een reactieformulier opmerkingen te maken. In totaal hebben ongeveer 60 mensen de informatieavond bezocht en zijn er 13 reactieformulieren ingeleverd. In

Bijlage 8 is een overzicht opgenomen van de opmerkingen. De opmerkingen die betrekking hebben op het Arnhemse grondgebied zijn hieronder voorzien van een reactie.

Mikkelen (Abdijhof 32, 6834 EG Arnhem)

• Betere aansluiting vanaf fietstunnel naar Pleij en fietspaden te Huissen;

• De dijk heeft een slecht wegdek en er is geen ruimte voor fietsers.
  

Reactie gemeente

• Het project heeft als doel om het openbaar vervoer zodanig te verbeteren dat het een serieus alternatief wordt voor automobilisten. Omdat tegelijkertijd de capaciteit van de Ir. Molsweg vergroot wordt is de verwachting dat het sluipverkeer op de Oude Huissenseweg af zal nemen. Omdat met de aanleg van de vrijliggende busbaan de bussen niet langer gebruik maken van de Oude Huissenseweg zal de druk op de Oude Huissenseweg afnemen waardoor deze weg voor fietsers aantrekkelijker zal worden. Daar waar de bussen gebruik blijven maken van de Oude Huissenseweg (tussen de Keizerstraat en de vrijliggende busbaan) worden vrijliggende fietspaden aangelegd, deze fietspaden sluiten aan op de fietstunnel onder de Pleijweg;
• Ten aanzien van de kwaliteit van de Oude Huissenseweg kan worden opgemerkt dat het gedeelte tussen de Keizerstraat en de nieuw aan te leggen busbaan opgeknapt wordt in het kader van dit project, het gedeelte tussen de afslag van de busbaan en de Huissensedijk staat op de prioriteringslijst van de afdeling beheer Buitenruimte van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Arnhem. Dit betekent dat de weg over 1 tot 2 jaar opgeknapt zal worden.

R.M. Beijer (Noordeinde 3, 6852 JB Huissen)

• De huidige Huissensedijk met asfalt opwaarderen, kwaliteit nu bedroevend.

Reactie gemeente

• Zie voorgaande reactie.

Lamers (Hofsingel 84, 6834 GM Arnhem)

• Wordt sluipverkeer op de Oude Huissenseweg voorkomen?

Reactie gemeente

• Het project heeft als doel heeft om het openbaar vervoer zodanig te verbeteren dat het een serieus alternatief wordt voor automobilisten die gebruik maken van de Ir. Molsweg. Door tegelijkertijd de capaciteit van de Ir. Molsweg te vergroten wordt getracht het aantal files te verminderen. Bij een betere doorstroming van de Ir. Molsweg zal naar verwachting het sluipverkeer op de Oude Huissenseweg afnemen.

Fam. Cohen (Oude Huissenseweg 2, 6834 GS Arnhem)

• Wil graag betrokken worden bij de groenvoorziening;
• Wil graag per email overzichtkaartjes ontvangen;
• Vervanging gekapte bomen;
• De Oude Huissenseweg opknappen door klinkers te vervangen door asfalt;
• Snelheidsbeperkingen instellen op Oude Huissenseweg, het is nu een racebaan.

Reactie gemeente

• Op 15 oktober is er een overleg geweest tussen de familie Cohen en vertegenwoordigers van de gemeenten Arnhem en Lingewaard. In dit overleg is samen met een landschapsdeskundige een beplantingsplan gemaakt (zie Bijlage 7);
• De presentatietekeningen zoals deze gebruikt zijn op de informatieavond naar de Fam. Cohen gestuurd;
• De te kappen bomen zullen gecompenseerd worden zie hiervoor tevens het beplantingsplan in Bijlage 7;
• Zie eerdere reactie;
• Het tracé van de Oude Huissenseweg zal met de aanleg van de vrijliggende busbaan zodanig wijzigen dat het verkeer niet meer in een vloeiende bocht zijn weg kan vervolgen, maar ter hoogte van de afslag van de busbaan rechtsaf moet slaan, verkeer zal daardoor af moeten remmen waardor de snelheid ter plaatse verminderd.

Jeanette Janssen-Range (Paalrij 1, 6852 GL Huissen)

• Waarom geen ontsluiting via Bergerden of Rijkerswoerd?

Reactie gemeente

• De voorgestelde HOV verbinding moet een zo kort mogelijk reistijd opleveren tussen Huissen en het CS van Arnhem. De voorgestelde route voorziet hierin. Een route via Bergerden en Rijkerswoerd betekent meer reistijd. Bovendien versterkt de in dit bestemmingsplan voorgestelde route de huidige buslijn naar het Duifje waardoor deze beter te exploiteren is.

Artikel 3.1.1 Bro overleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De ontwikkeling betreft en intergemeentelijk project. Het bestemmingsplan is dan ook in samenspraak met de gemeente Lingewaard tot stand gekomen.

Het plan is verder voor overleg digitaal beschikbaar gesteld aan Rijkswaterstaat, Ministerie van LNV, Gelderse milieufederatie, Vitens, Connexxion, Stadregio Arnhem - Nijmegen, Hulpverlening Gelderland Midden, Brandweer en Wijkbeheergroep Immerloo. Indien wij geen reactie hebben ontvangen, gaan wij er van uit dat het plan de betreffende organisatie geen aanleiding geeft tot het maken van op- of aanmerkingen.

Van de volgende instellingen en instanties zijn geen reacties ontvangen:

• Rijkswaterstaat
• Connexxion
• Stadregio Arnhem - Nijmegen
• Hulpverlening Gelderland Midden
• Brandweer
• Wijkbeheergroep Immerloo

Van de volgende instellingen en instanties zijn overlegreacties binnen gekomen:

• Provincie Gelderland
• Vrom-Inspectie
• Waterschap Rivierenland
• Ministerie van LNV
• Gelderse Milieu Federatie
• Vitens

Provincie Gelderland

• De provincie constateert dat het plan de wezenlijke kenmerken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) niet aantast worden vanwege de beperkte smalle omvang, maar dat ter plaatse van de aansluiting van de ecologische verbindingszone op het kerngebied van de barrière vergroot. Als compensatie van de extra barrièrewerking moet gedacht worden aan realisatie van stapstenen voor de aanwezigheid van fauna volgens de modellen ijsvogelvlinder en rietzanger;
• De provincie constateert dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet noodzakelijk is;
• De provincie constateert dat het plan gelegen is in het waardevol Landschap Ooijpolder en Rijnstrangen, het ontbreekt het plan aan een link tussen de aanleg van de busbaan en de effecten van deze ontwikkeling op de kernkwaliteiten die gelden voor dat landschap;
• de provincie adviseert waar mogelijk hygiënische maatregelen aan te leggen ter bescherming van de bodem en het grondwater tegen vervuild wegwater dat wegspoelt naar de berm;
• de provincie adviseert de aanwezige archeologische waarden op te nemen op de verbeelding en in de regels;
• Ten aanzien van de milieuaspecten merkt de provincie op dat voor lucht niet wordt getoetst aan het aantal dagen waarop de PM10 concentratie boven de 50 ug/m3 komt. Ten aanzien van geluid wordt opgemerkt dat het jaar 2019 gebruikt is voor 10 jaar na gereed komen van de reconstructie. Dat betekend dat de reconstructie nog in 2009 afgerond moet zijn. Omdat de reconstructie in 2010 gepland is moet het jaar 2020 genomen worden voor toetsing.

Reactie gemeente

• Om er voor te zorgen dat het gebied een bijdrage levert aan de doelstellingen van de EHS zal de omgeving van de busbaan ingericht worden conform het in Bijlage 7 opgenomen inrichtings- en beplantingsplan dat in paragraaf 4.4 wordt toegelicht. Om ervoor te zorgen dat het gebied een bestemming krijgt die recht doet aan haar ecologische- en natuurfunctie is de bestemming Groen gewijzigd in de bestemming Natuur. Hierdoor zijn de gronden bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden zodanig dat voor flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- of natuurontwikkelingsgebieden;
• De betreffende vergunning is aangevraagd;
• Kaart 4.8 in de streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle Landschappen is de begrenzing van het waardevol Landschap Ooijpolder en Rijnstrangen met een dikke zwarte lijn weergegeven. Het gebied is onderverdeeld in 4 deelgebieden: Uiterwaarden, Grootschalig open gebied, Oeverwallen en Rijnstrangen. Op de kaart is te zien dat de begrenzing parallel loopt aan de Ir. Molsweg waardoor het plangebied feitelijk buiten de de begrenzing valt en slechts een klein deel van het plangebied van de gemeente Lingewaard in het deelgebied Uiterwaarden valt. In figuur 10 is een uitsnede van kaart 4.8 opgenomen die dit laat zien. Desondanks zijn beide gemeenten van mening dat ook dit gebied bijzondere landschappelijke kwaliteiten heeft. Om die reden is het inrichtings- en beplantingsplan (zie Bijlage 7) zodanig aangepast dat waar mogelijk de kernkwaliteiten die horen bij het deelgebied Uiterwaarden versterkt worden. De toelichting op het plan is opgenomen in paragraaf 4.3.2.
• Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is dit aspect in een eerder overleg aan bod geweest. Hierbij werd geconcludeerd dat de vervuiling met name optreedt bij gladheidbestrijding door het strooien van de busbaan in de wintermaanden. De gemeenten Lingewaard heeft daarbij aangegeven dat er in hun gemeente nieuwe milieuvriendelijke strooitechnieken zijn ingevoerd ten aanzien van de gladheidbestrijding. Deze techniek zal niet alleen op de busbaan worden ingezet maar ook op de Ir. Molsweg en andere wegen binnen het grondwaterbeschermingsgebied waardoor per saldo de milieuhygiënische situatie zal verbeteren.
• De plankaart en de regels zijn zodanig aangepast dat voldaan wordt aan deze wens.
• Het lucht- en geluidsonderzoek is naar aanleiding van deze opmerkingen aangepast.

figuur 10: uitsnede kaart 4.8 streekplanuitwerking Kernkwaliteiten Waardevolle Landschappen

VROM-inspectie

• De VROM-inspectie merkt op dat het plan de betrokken rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie gemeente

• Van deze reactie wordt kennisgenomen.

Waterschap Rivierenland

• Het waterschap constateert, dat het watertoets proces goed is doorlopen. Inhoudelijk heeft het waterschap de volgende opmerking: De kernzone van de primaire waterkering is op de bestemmingsplankaart aangegeven met de dubbelbestemming Waterstaat- Waterkering. Het verzoek is om ook de beschermingszone van de waterkering aan te geven met de dubbelbestemming.

Reactie gemeente

• De plankaart wordt zodanig aangepast dat voldaan wordt aan de wensen van het Waterschap.

Ministerie van LNV

• Het Ministerie van LNV merkt op dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie gemeente

• Van deze reactie wordt kennisgenomen.

De Gelderse Milieufederatie

• De GMF geeft aan in principe voorstander te zijn van het gebruik van openbaar vervoer. Nieuwe infrastructuur moet echter zoveel mogelijk gebundeld worden met de bestaande infrastructuur om nieuwe en onnodige doorsnijdingen in het landschap te voorkomen. Mede omdat de ervaring leert dat wanneer er eenmaal sprake is van een doorsnijding de rest van het gebied ook verder verrommelt. Voorgesteld wordt een alternatieve route te realiseren evenwijdig aan de afrit van de Pleijweg waarbij sprake is van een bundeling van infrastructuur zonder doorsnijding van de groene zone en waarbij ten behoeve van de verkeersveiligheid een rotonde wordt gerealiseerd met de Oude Huissenseweg. Deze alternatieve busbaan-bundeling ziet de GMF graag uitgewerkt om een goede vergelijking te kunnen maken;
• De bestemming Groen is te algemeen is geformuleerd, waarbinnen te veel mogelijk is. De GMF ziet dan ook liever de bestemming Natuur;
• Het is niet wenselijk dat lichtmasten in de bermen worden opgericht. Gevraagd wordt de regels hierop aan te passen.

Reactie gemeente

• Het alternatieve tracé is beoordeeld waarbij zowel gekeken is naar natuur- en landschappelijke aspecten als ook de verkeerskundige consequenties:

Allereerst wordt opgemerkt dat de busbaan het principe van de GMF volgt omdat deze voor het grootste deel gebundeld is met de Ir. Molsweg. Daarnaast is in het bestaande ontwerp minder grondverzet nodig en worden er flauwe landschappelijk ingepaste taluds gebruikt, bovendien blijft er meer groen gespaard. Voor een tracé evenwijdig aan de bestaande afweg langs de Pleyroute zal aanzienlijk meer grondverzet nodig zijn en zal een veel groter aandeel aan groen sneuvelen. Dit geldt ook voor de voorgestelde rotonde, ook hiervoor zal groen moeten verdwijnen. Het bestaande landschap wordt in de huidige situatie dan ook meer gerespecteerd dan met het alternatieve tracé. Omdat het hier een busbaan betreft waar in vergelijking met een autoweg veel minder gebruik zal worden gemaakt en de busbaan bovendien landschappelijk wordt ingepast zal de aantasting van het landschap minimaal zijn. Ten aanzien van een verdere verrommeling van het gebied kan worden opgemerkt dat de bestemming Natuur in combinatie met een aanlegvergunningenstelsel er voor zorgt dat de aanwezige en nieuw aan te leggen landschappelijke en natuurwaarden zal worden gerespecteerd. Daarnaast zijn de direct omwonenden betrokken bij het inrichting- en beplantingsplan en gaan zij akkoord met het ontwerp;

Vanuit verkeerskundig oogpunt kan worden opgemerkt dat het project voorziet in de realisatie van een Hoogwaardige Openbaar Vervoersverbinding. Wil een dergelijke verbinding werkelijk concurrerend zijn met de auto dan vraagt dit om een hoger niveau wat betreft reistijd en comfort dan een reguliere stad- of streekbus. Om die reden moeten rotondes, en haakse bochten zoveel mogelijk vermeden worden en moet de verbinding zo snel mogelijk zijn. Om die reden heeft het alternatieve tracé niet de voorkeur.

• De bouwwerken die binnen de bestemming Natuur mogelijk gemaakt worden hebben betrekking op de verlichting en de trolleyficering van de busbaan. Normaal vallen deze bouwwerken binnen de bestemming Verkeer. De verkeersbestemming is daarom altijd breder dan de werkelijke weg. Vanwege het feit dat het plangebied gelegen is in een grondwaterbeschermingsgebied is er in overleg met de provincie voor gekozen deze bestemming alleen toe te passen waar nodig zodat een verdere verharding niet mogelijk is. Bouwwerken ten behoeve van de trolleyficering en verlichting van de busbaan zullen daardoor in de natuurbestemming moeten plaatsvinden. Deze ondergeschikte (en bouwvwergunningvrije) bouwwerken hebben slechts een beperkte impact op het gebied. De lichtarmaturen zijn zodanig vormgegeven dat de verstrooiing minimaal is, bovendien is door het materiaal van de busbaan minder verlichting nodige dan normaal het geval is en zal de verlichting in de nachtelijke uren uitgaan.

Vitens

• Vitens is van mening dat door de nieuwe verkeersfunctie het risico op bodem- en grondwatervervuiling toeneemt. Dit met name door afspoeling van hemelwater vanaf wegverharding en in het bijzonder door uit- of afspoeling van strooizout. Wij hebben er in dat kader voor gepleit om het toenemende risico voor kwaliteitsverslechtering tegen te gaan en, zo veel als mogelijk te beperken en te compenseren. Om reden herhalen wij dit advies hier nogmaals, als een oproep tot het treffen van milieuhygiënische voorzieningen, ter bescherming van de bodem en het grondwater tegen vervuild wegwater.

Reactie gemeente

• Voor dit aspect wordt verwezen naar punt 4 van de gemeentelijke reactie op de vooroverlegreactie van de provincie.