direct naar inhoud van 5.7 Water
Plan: Bestemmingsplan Oude Huissenseweg - Ir. Molsweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.733-0501

5.7 Water

5.7.1 Waterberging

Algemeen

Omdat het wateraspect integraal benaderd moet worden richt deze waterparagraaf zich op de totale ontwikkeling op zowel Arnhems als Lingewaards grondgebied inclusief de fietspaden langs de Oude Huissenseweg ten noorden van 't Duifje. Deze fietspaden zijn planologisch al mogelijk op grond van het vigerende bestemming Holthuizen - "t Duifje, echter de watertoets voor de daadwerkelijke realisatie wordt in dit kader gedaan.

Bestaande situatie

In de huidige situatie is het gebied tussen de Oude Huissenseweg en de Ir. Molsweg vrij van bebouwing en (verharde) infrastructuur. De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nielant bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nielant. De rijbaan van de Ir. Molsweg watert via de bermen af op de omgeving. De rotonde watert via kolken af op het gemengde rioolstelsel. Aan de oostzijde van de Ir. Molsweg ligt een vrijliggend fietspad dat ook vrij afwatert op de omgeving. In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

Toekomstige situatie

In de toekomstige situatie wordt in het gebied tussen de Oude Huissenseweg en de Ir. Molsweg een vrijliggende busbaan aangelegd en wordt de Ir. Molsweg verbreedt. De busbaan zal aansluiten op de Oude Huissenseweg en de Nielant. Tussen de busbaan en de Ir. Molsweg zal een berm komen. Het fietspad aan de oostzijde wordt ongewijzigd gehandhaafd. Tussen het fietspad en de Ir. Molsweg komt een berm. Ten zuiden van de Oude Huissenseweg ligt waterloop 109059A. Deze waterloop is opgenomen op de legger van waterschap Rivierenland. De bergende en afvoerende functie van deze waterloop blijft ongewijzigd. Bij het ontwerp is rekening gehouden met het benodigde onderhoud van de waterloop en oevers.

Globale beschrijving oplossingen 'water'

Het afstromende regenwater wordt in de toekomstige situatie grotendeels in de bodem geïnfiltreerd. Om te voorkomen dat de versnelde afstroming tot problemen in het watersysteem leidt worden bergingsvoorzieningen in het ontwerp opgenomen. De Ir. Molsweg ligt binnen het grondwaterbeschermingsgebied. Bij het ontwerp van de infiltratievoorzieningen is daarom uitgegaan van een robuust werkend systeem met een zeer lage kans op vervuiling van het grondwater. Ter compensatie van het extra risico op grondwatervervuiling in het grondwaterbeschermingsgebied zijn tussen de gemeenten Arnhem en Lingewaard en de provincie Gelderland afspraken gemaakt over compenserende bestemming van andere gronden (zie paragraaf 5.7.2)

Thema 1: Waterneutraal bouwen

Zowel bij het uitbreiden van de Ir. Molsweg als bij de aanleg van de HOV-busbaan wordt uitgegaan van het huidige grondwaterregime. De ontwerppeilen zijn afgestemd op de optredende grondwaterpeilen. Er zal geen drainage en/of bemaling worden toegepast. In de huidige, onverharde, situatie infiltreert het grootste deel van het regenwater op de plaats waar het valt. Na het verharden van de gronden zal het regenwater afstromen naar de wegberm. De afstand die overbrugt moet worden is zeer beperkt. Hierdoor zal de situatie, voor wat betreft hoeveelheid en snelheid van infiltratie, nauwelijks veranderen door de aanleg van de busbaan en het uitbreiden van de Ir. Molsweg. Het plangebied ligt in infiltratiegebied. Er is geen sprake van kwel. Door de uitbreiding van de Ir. Molsweg en de aanleg van de busbaan verandert deze situatie niet.

Door de aanleg van verharding wordt de afvoer van regenwater naar het oppervlaktewater enigszins versneld. Dit kan leiden tot afvoerpieken in het oppervlaktewatersysteem en verminderde infiltratie. Het waterschap Rivierenland schrijft daarom voor nieuwe verhardingen een compenserende waterberging voor van 436 m³ per hectare verharding. In het ontwerp van de Ir. Molsweg en de busbaan is hier

invulling aan gegeven door berging te realiseren in de infiltratiegreppels langs de Ir. Molsweg en de busbaan en door de inrichting van een infiltratieveld met berging. De bergende en afvoerende functie van waterloop 109059A zal behouden blijven.

Tussen de Oude Huissenseweg en de waterloop wordt een fietspad aangelegd. Hierdoor is er ter plaatse onvoldoende ruimte om een infiltratievoorziening aan te leggen. Het regenwater zal op dit gedeelte van de verhardingen via de berm en oever in het oppervlaktewater stromen. De bergingscompensatie voor de uitbreiding van de verharding (2 fietspaden van 2 meter breed) wordt op een andere locatie gerealiseerd.

Thema 2: Schoon inrichten

Het regenwater dat van wegen stroomt raakt vervuild door de op het wegdek aanwezige verontreinigingen. Door de afstroming via de wegberm wordt een deel van het meegevoerde vuil uit het water gefilterd. In de infiltratiegreppels wordt het water via de vegetatie (gras) en de bodem verder gefilterd en vindt biochemische afbraak van stoffen plaats. Hierdoor is het water dat doordringt tot het grondwater schoon te noemen. In de toplaag van de bermen en de infiltratiegreppels zal enige accumulatie van vuil optreden.

Periodiek zal de vervuilde toplaag afgegraven en vervangen moeten worden om doorslag van vuil naar het grondwater te voorkomen. Door de toplaag regelmatig te bemonsteren kan bepaald worden wanneer vervanging nodig is. Door de berging in de infiltratievoorzieningen zal gemiddeld minder dan eens per 10 jaar overgestort worden op oppervlaktewater. Door de afvoer via de bermen is het overstortende water gefilterd. Daarnaast heeft in de infiltratievoorzieningen bezinking van vuil plaatsgevonden. Het overstortende water zal daarom slechts een zeer geringe negatieve invloed hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit.

Thema 3: Veilig inrichten

De Ir. Molsweg ligt op een waterkering. Bij het uitbreiden van de verharding en de aanleg van de busbaan wordt de waterkerende functie niet aangetast. Daarnaast is bij het ontwerp rekening gehouden met de stabiliteit van het dijklichaam en wordt de uitvoering van de werkzaamheden hierop afgestemd. Overvloedige regenval kan verkeersgevaarlijke situaties opleveren wanneer het regenwater niet voldoende snel van de weg gevoerd wordt. Door de in het ontwerp opgenomen infiltratiegreppels langs de verharding wordt het regenwater snel van de wet afgevoerd en geborgen. De inhoud van de infiltratievoorzieningen is voldoende om een neerslaggebeurtenis met een theoretische herhalingstijd van 10 jaar + 10% te kunnen bergen. Deze 10% extra heeft te maken met de klimaatverandering.

Hiermee wordt een voldoende hoog veiligheidsniveau gehaald. Bij overbelasting zal het overtollige water vanuit de infiltratievoorzieningen overlopen op lager gelegen gronden of op oppervlaktewater, waardoor de wegverharding wordt gevrijwaard van inundatie. De afvoergoten in het ontwerp zijn gedimensioneerd op een T=10+10% situatie.

Beschrijving ontwerp 'watervoorzieningen' HOV-busbaan, gedeelte Oude Huissenseweg

De bestaande verharding (Oude Huissenseweg) watert in de huidige situatie via maaiveld af op de waterloop. Aan beide zijden van de bestaande verharding van de Oude Huissenseweg komt een fietspad van 2 m breedte. Er is hier geen ruimte om voor dit gedeelte een bergings- en infiltratievoorziening aan te leggen. Het regenwater dat van de verhardingen stroomt loopt via de berm en de oever in het oppervlaktewater (waterloop 109059A). Ten opzichte van de huidige situatie neemt over de lengte van dit weggedeelte de verhardingsbreedte met 4 m. toe. Bergingscompensatie voor deze verharding is op deze locatie niet mogelijk. In de infiltratievoorziening langs de nieuw aan te leggen busbaan wordt dit gecompenseerd door extra berging aan te leggen.

HOV-1: HOV-busbaan, nieuwe verharding vanaf knik Oude Huissenseweg tot einde insnijding

In de bocht vanaf de Oude Huissenseweg tot de Ir. Molsweg ligt de nieuwe busbaan in een insnijding. Aan de oostzijde is het maaiveld hoger dan de verharding; aan de westzijde lager. Tussen de nieuwe busbaan en de Oude Huissenseweg is een laag gelegen stuk maaiveld beschikbaar om als berging- en infiltratievoorziening in te richten. Het weggedeelte in de insnijding, tot het punt waar de busbaan op maaiveldniveau komt, zal via een molgoot langs de verharding afwateren op deze infiltratievoorziening.

Voor dit weggedeelte is 183 m³ berging nodig. Ter compensatie van de verharding van de fietspaden langs de Oude Huissenseweg wordt 70 m³ extra berging aangelegd. De totale inhoud van de bergings- en infiltratievoorziening komt hiermee op 253 m³.

HOV-2: HOV-busbaan, nieuwe verharding van insnijding tot afslag bij rotonde Nielant

In de berm tussen de busbaan en de Ir. Molsweg wordt een infiltratiegreppel opgenomen. De inhoud van de greppel is voldoende om aan de bergingscompensatie-eis van het waterschap te voldoen. Het wegwater wordt via de berm naar de greppel gevoerd. Om wateroverlast bij overbelasting van de greppel te voorkomen worden op twee plaatsen overstortmogelijkheden aangelegd naar de 'vliegerweide' aan de

westzijde van de busbaan.

Het maaiveld van de vliegerweide is laag genoeg om het overtollige water zonder overlast te kunnen verwerken (bergen, infiltreren, afvoer naar detailwaterlopen).

HOV-3: HOV-busbaan, nieuwe verharding ter plaatse van afslag bij rotonde Nielant

Tussen de afslag bij de rotonde en de Ir. Molsweg is onvoldoende ruimte voor een greppel. Hier zal het afvloeiende regenwater via een molgoot naar de greppel tussen de busbaan en de Ir. Molsweg worden gevoerd. De inhoud van de greppel is afgestemd op het totaal aangesloten verharde oppervlak.

IM-1: Ir. Molsweg, hoog gelegen gedeelte vanaf Pleijweg

Ten westen van de Ir. Molsweg wordt een infiltratiegreppel aangelegd. De inhoud van de greppel komt overeen met de bergingscompensatie-eis van het waterschap. Het regenwater stroomt oppervlakkig van de verharding via de berm in de greppel. Bij overbelasting loopt de greppel over in de lager gelegen greppel ten zuiden van dit weggedeelte.

Aan de oostzijde van de Ir. Molsweg wordt de berm tussen de nieuwe verharding en het bestaande fietspad 'hol' aangelegd. Op deze manier wordt voldoende berging gecreëerd. Bij overbelasting loopt deze berm over in de berm ten zuiden van dit weggedeelte.

IM-2: Ir. Molsweg, lager gelegen gedeelte tot rotonde Nielant

Tussen de Ir. Molsweg en de busbaan wordt een infiltratiegreppel aangelegd. De inhoud van de greppel komt overeen met de bergingscompensatie-eis van het waterschap. Het regenwater stroomt oppervlakkig van de verharding via de berm in de greppel. Bij overbelasting loopt de greppel over naar de 'vliegerweide' ten westen van de busbaan.

Aan de oostzijde van de Ir. Molsweg wordt de berm tussen de nieuwe verharding en het bestaande fietspad 'hol' aangelegd. Op deze manier wordt voldoende berging gecreëerd. Bij overbelasting loopt deze berm over in de 'vliegerweide' aan de westzijde van de busbaan.

IM-3: Ir. Molsweg, rotonde Nielant

De rotonde wordt, evenals in de huidige situatie, aangesloten op het rioolstelsel van Huissen. Hierdoor vindt een kleine uitbreiding van het aangesloten verhard oppervlak plaats. Door het remmen en optrekken en door de bocht die voertuigen op een rotonde moeten maken, raakt de verharding vervuild met relatief veel rem- en bandenslijpsel.

Het van de rotonde afstromende regenwater is daardoor minder geschikt om in de bodem te infiltreren.

IM-4: Ir. Molsweg, ten zuiden van de rotonde Nielant

Over de lengte waarvan de verhardingsbreedte van de Ir. Molsweg ten zuiden van de rotonde wordt uitgebreid zal een greppel worden aangelegd (oostzijde Ir. Molsweg). Deze greppel zal een overstortmogelijkheid krijgen naar de bermsloot aan de westzijde van de Ir. Molsweg.

N-1: Nielant, ten westen van de rotonde

De verhardingsbreedte van de Nielant, ten westen van de rotonde, neemt enigszins toe. Binnen de plangrenzen zijn geen mogelijkheden om het afstromende regenwater via oppervlakkige voorzieningen te bergen en te infiltreren. Vanuit beheersoogpunt zijn ondergrondse voorzieningen (naast het gemengde rioolstelsel) ongewenst. Daarnaast is de toename van het verharde oppervlak gering. Er is daarom voor gekozen de verharding aan te sluiten op de bestaande gemengde riolering.

5.7.2 Grondwaterbeschermingsgebied

Maatregelen Grondwaterbeschermingsgebied

Vanwege de ligging van het plangebied in het grondwaterbeschermingsgebied Symons is het initiatief voor de busbaan en de verbreding van de Ir. Molsweg overlegd met de provincie Gelderland. De extra verharding in het gebied zal ruimtelijk gecompenseerd moeten worden. Omdat er geen bestaande verhardingen zijn die gesaneerd kunnen worden zal de compensatie planologisch plaatsvinden.

De totale toename van verhard oppervlak voor de gehele ontwikkeling (zowel op Lingewaards als op Arnhems grondgebied) bedraagt:

- Toename in verband met de aanleg van de busbaan : 7.910 m2

- Toename in verband met capaciteitsverruiming ir. Molsweg : 5.160 m2

Voor de benodigde ruimtelijke compensatie wordt ervan uitgegaan dat de HOV-verbinding gelet op het algemeen (milieu)belang van deze verbinding met een factor 1 gecompenseerd wordt en de capaciteitsverruiming van de Ir. Molsweg met de gebruikelijke factor 2.

Totaal moet er 18.230 m2 gecompenseerd worden.

Hiervan zal 16.230 m2 worden gecompenseerd door de onverharde delen van de waterkering op het grondgebied van Lingewaard te bestemmen als groen. Het afgerond 2.000 m2 overblijvende tekort zal bij de volgende planherziening van bestemmingsplan Holthuizen - 't Duifje in 2013 gecompenseerd worden door het leggen van groenbestemmingen op groenzone's die volgens het huidige bestemmingsplan verhard kunnen worden.

Milieu-/bodemkundige maatregelen

Met provincie en Vitens is verder nader overleg gevoerd over milieu-/bodemkundige maatregelen die getroffen worden. Een toename van aantallen vierkante meters wegen leidt tot een groter risico van grondwaterverontreiniging. Dit wordt met name veroorzaakt door het gebruik van zout bij gladheidbestrijding. De gemeente Lingewaard heeft aangegeven mede in het kader van dit project een de toekomst een andere wijze van gladheidbestrijding te zullen hanteren: in plaats van curatief strooien zal in de toekomst preventief met nat zout worden gestrooid. Dit levert ondanks de toename van het aantal vierkante meter wegverharding een reductie op. Daarnaast zal in overleg met gemeente Arnhem en het waterschap Rivierenland worden bezien of verdere maatregelen genomen kunnen worden.