4.4 Landschappelijke inpassing
Context
Het gebied maakt deel uit van het natuurgebied Gelderse Poort en van de EHS en heeft de potentie een ecologische stapsteen te worden tussen de Rijn en de Linge indien de juiste compenserende maatregelen worden getroffen. Daarnaast maakt het gebied deel uit van het te ontwikkelen park Lingezegen en grenst het gebied aan het door de provincie aangewezen waardevol Landschap Ooijpolder en Rijnstrangen.
Het plangebied maakte voor de aanleg van de Ir. Molsweg en de Pleijweg deel uit van een groot uiterwaardengebied van de Nederrijn, de Huissensche Waarden genaamd. Na aanleg van de Ir. Molsweg en de Pleijweg werd dit gebied definitief afgesneden van de uiterwaarden, een van oorsprong nat gebied. Daarbij werd de oude dijk afgesneden en doorbroken. Deze oude dijk is nog in het landschap terug te vinden en loopt vanaf wijkboerderij 't Duifje in noordoostelijke richting (zie figuur 9).
Het uitgangspunt in de landschappelijke inrichting vormt het behoud en de versterking van de landschappelijke kernkwaliteiten. Deze kwaliteiten zijn de oude dijk en het groene en open karakter van het gebied. De nieuwe infrastructuur zal zo terughoudend mogelijk in het landschap worden opgenomen. Om te zorgen dat het gebied zich tevens ontwikkeld tot een ecologische stapsteen is uitgegaan van het model Rietzanger. Dit betekent dat het gebied wordt omgevormd naar natte natuur.
Om hiertoe te komen worden de volgende landschappelijke en ecologische ingrepen gedaan:
- meer open water en moerasontwikkeling in het gehele gebied zorgt voor interessante ecologische gradienten en versterkt het open karakter van het landschap;
- een soortenrijke (natte) vegetatie kan zich gaan ontwikkelen: bijvoorbeeld riet, holpijp, waterviolier, watertorkruid, kattestaart, gele lis, zegge, gele plomp, biezeknoppen;
- de natuurlijke laagte tussen de Oude Huissenseweg en de oude dijk wordt verder vernat en functioneert tevens als waterbergingsgebied; natte vegetatie (als bovenstaand) wordt vast deels aangeplant en kan zich verder gaan ontwikkelen;
- de busbaan zal op het traject vanaf de flauwe bocht tot aan de Ir. Molsweg in Huissen ten opzichte van het huidige maaiveld worden verlaagd, in een lichte insnijding worden aangelegd. Op deze wijze wordt het asfalt door het groengebied zoveel mogelijk aan het zicht onttrokken;
- de oude dijk wordt zoveel mogelijk in oude vorm hersteld en het grondlichaam wordt weer goed zichtbaar in het landschap, zodat een stukje cultuurhistorie weer beter leesbaar wordt;
- het 'eindpunt' van de dijk wordt goed vormgegeven als doorsnijding; dit vormt een ontwerpopgave op zich (hier wordt de doorsnijding van de dijk namelijk letterlijk ervaren), bijvoorbeeld d.m.v. een kunstwerk dat deze doorsnijding benadrukt;
- het verloop van de oude dijk wordt extra benadrukt door middel van knotwilgen op de dijk, de bestaande knotwilgen vormen de inspiratiebron;
- de busbaan parallel aan de Ir. Molsweg wordt gecamoufleerd met plukken gebiedseigen struweelbeplanting, (kornoelje/sleedoorn/meidoorn);
- bestaande bomen worden in het gebied zoveel als mogelijk gehandhaafd;
- zoom van taludbeplanting wordt versterkt en doorgezet tot aan de Ir. Molsweg;
- een nieuwe groep grijze populieren wordt aangeplant in het grasland tussen busbaan en Ir Molsweg en vormt een beedbepalende groep bomen, passend in het gebied (als referentie geldt de fraaie groep bestaande bomen nabij de rotonde in Huissen).
Bovenstaande maatregelen zijn verbeeld in Bijlage 7.