direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Bestemmingsplan Oude Huissenseweg - Ir. Molsweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.733-0501

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangegeven gronden zijn met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5, 6 en 7bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden zodanig dat voor flora en fauna verbindingen kunnen ontstaan tussen natuur- of natuurontwikkelingsgebieden;
  • b. watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • c. voorzieningen voor extensieve openluchtrecreatie, zoals wandelen;
  • d. bescherming van voorzieningen ten behoeve van de waterberging op de gronden aangewezen als waterberging (wb);
  • e. ecoducten;
  • f. voorzieningen voor de verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding;
  • g. bovenleidingen met de bijbehorende draagconstructies;
  • h. andere naar aard en omvang met de onder f en g vergelijkbare bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer, het verkeer, de waterhuishouding, de waterberging, de drinkwatervoorziening en de riolering;
  • i. geluidwerende voorzienigen;
  • j. fiets- en wandelpaden, speelvoorzieningen;
3.2 Regels vanwege het samenvallen van bestemmingen

Bij strijdigheid tussen de bepalingen van dit artikel en de bepalingen van artikel 6 hebben de bepalingen van artikel 6 voorrang.

3.3 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd mits de hoogte van bouwwerken niet meer dan 6 meter bedraagt;
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de hoogte van masten ten behoeve van bovenleidingen maximaal 12 meter bedragen.
3.4 specifieke bouwregels

Op de gronden aangeduid als waterberging mogen geen bouwwerken worden opgericht.

3.5 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.4 en toestaan dat bouwwerken worden opgericht op de gronden aangeduid als waterberging mits de waterbergende functie van het plangebied niet verslechterd.

3.6 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen :

  • a. het gebruik van gronden met de aanduiding waterberging zodanig dat de waterbergende functie van het plangebied verslechtert;
  • b. het gebruik van gronden als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
  • c. het gebruik van gronden voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciĆ«le doeleinden;
  • d. het gebruik van gronden voor het opslaan, opstellen, al dan niet ten verkoop, lozen, storten van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen producten, voer- of vaartuigen of machines.
3.7 Aanlegvergunning

Het bepaalde in artikel 11.2 is van toepassing.