direct naar inhoud van Artikel 6 Bos
Plan: Bestemmingsplan Schuytgraaf 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.719-0301

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van het bos voor natuur, landschap en houtteelt;
  • b. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende, dan wel daaraan eigen natuurwaarden, ecologische waarden en landschappelijke waarden;
  • c. vormen van extensieve recreatie zoals wandelen, fietsen, paardrijden met de daarbij behorende voorzieningen, welke niet strijdig zijn met het behoud of herstel van de onder a en b genoemde waarden;
  • d. waterlopen, waterpartijen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • e. fiets-, wandel- en ruiterpaden, alsmede toegangspaden.
  • f. buurtontsluitingswegen, met dien verstande:
    • 1. dat buurtontsluitingswegen ten behoeve van de bestemmingen Wonen - uit te werken uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de zijde van het veld waar de “figuur - relatie” is weergegeven en
    • 2. dat de buurtontsluitingswegen uitsluitend mogen worden gerealiseerd binnen een afstand van maximaal 50 meter van de “figuur - relatie”.
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. land-art;
  • i. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bos - 1“ één speelweide” in het centraal in het plangebied gelegen bosperceel, met een oppervlakte van maximaal 900 m2.
  • j. jongerenontmoetingsplek ter plaatse van de aanduiding “jongerenontmoetingsplek”
6.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd;
  • b. Op deze gronden mogen rioolgemalen met een oppervlakte van maximaal 100 m2 per bouwwerk en een bouwhoogte van maximaal 5 meter worden gebouwd. Tevens mag één poldergemaal met een oppervlakte van maximaal 450 m2 en een bouwhoogte van maximaal 5 meter worden gebouwd, voor zover dit bouwwerk niet reeds op gronden met de bestemming “Groen - Park”, “Natuur” of “Water” is gebouwd;
  • c. De bouwhoogte van gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals schuilhutten en observatieposten, bedraagt maximaal 4,5 meter. De gezamenlijke oppervlakte van deze gebouwen bedraagt maximaal 50 m2;
  • d. Op de gronden mogen in de bestemming passende overige bouwwerken worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter, met uitzondering van land-art waarvoor een hoogte van maximaal 25 meter is toegestaan;
  • e. Op de gronden ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van “recreatie - 2” mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding “jongerenontmoetingsplek” mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met een maximale oppervlakte van 25 m2 waarbij de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 5 meter bedraagt.
6.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 6.1 onder j voor de realisatie van jongerenontmoetingsplekken buiten de aanduidingsvlakken, met in achtneming van het gestelde onder 6.2 onder f.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;
  • b. het aanleggen of aanbrengen van leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het ophogen, verlagen, afgraven, egaliseren of ontginnen van de bodem;
  • d. het op grote schaal verwijderen van bosstrooisel of mos;
  • e. permanente opslag va natuurlijke materialen;
  • f. het verbreden of verharden van voetpaden, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen e.d. voor zover niet anderszins in deze regels toegelaten;
  • g. het aanbrengen van recreatievoorzieningen;
  • h. het bebossen van de gronden;
  • i. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van sloten, greppels, beken etc.;
  • j. het aanleggen van reservoirs;
  • k. het aanleggen van ruitervoorzieningen, hindernissen etc.;
  • l. het aanbrengen van rasters.
6.4.1 Uitzonderingen omgevingsvergunningenplicht

Het in lid 6.4.vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen.
6.4.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend, en
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke, cultuurhistorische, natuur- en monumentale waarden en kwaliteiten niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.