direct naar inhoud van Artikel 2.13 Recreatieve doeleinden met behoud van landschappelijke waarden - volkstuinen
Plan: Bestemmingsplan Alteveer-Cranenvelt
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000683-

Artikel 2.13 Recreatieve doeleinden met behoud van landschappelijke waarden - volkstuinen

2.13.1. Doeleinden

De op de plankaart als "Recreatieve doeleinden met behoud van landschappelijke waarden – volkstuinen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • volkstuinen;
  • groenvoorzieningen;
  • het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende, dan wel daaraan eigen cultuurhistorische-, landschaps- of natuurwaarden.
2.13.2. Bouwvoorschriften

Op de in lid 2.13.1 van dit artikel genoemde gronden mag niet worden gebouwd.

2.13.3. Vrijstelling

Burgermeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2.13.2 voor het oprichten van kleine bouwwerken met een maximum bouwhoogte van 1,50 meter en een maximum bouwoppervlak van 5 m2, mits deze bouwwerken passen binnen de doeleinden als bedoeld in lid 1 van dit artikel en de landschaps- en of natuurwaarden niet worden aangetast.

2.13.4. Aanlegvergunningen
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgermeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren
    • 1. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen;
    • 2. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
    • 3. het aanleggen en vergroten van parkeerplaatsen;
    • 4. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van sloten, greppels of beken;
    • 5. het ophogen, bodem verlagen of vergraven, egaliseren en ontginnen van gronden.
  • b. Het in lid 2.13.4, sub a, vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
    • 1. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen;
    • 2. werken of werkzaamheden welke, op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
  • c. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 2.13.4, sub a, zijn slechts toelaatbaar indien:
    • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend;
    • 2. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en landschapswaarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
2.13.5. Verboden gebruik

Onder gebruik van gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 3.2 van deze voorschriften wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:

  • a. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
  • b. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
  • c. voor het opslaan,opstellen, al dan niet ten verkoop, lozen, storten van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen producten, voer- of vaartuigen of machines.