direct naar inhoud van Artikel 2.6 Centrumdoeleinden - nader uit te werken (velden 11, 13, 15, 18 en 19)
Plan: Bestemmingsplan Schuytgraaf
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000643-

Artikel 2.6 Centrumdoeleinden - nader uit te werken (velden 11, 13, 15, 18 en 19)

2.6.1. Doeleindenomschrijving

De op de plankaart als "Centrumdoeleinden - nader uit te werken" aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • woondoeleinden;
  • beroep aan huis tot maximaal 33,3 % van het vloeroppervlak van een woning, met een maximum van 45 m2;
  • kantoren;
  • detailhandel;
  • horeca, met uitzondering van nachtclubs, discotheken en coffeeshops;
  • maatschappelijke doeleinden;
  • buurtontsluitingswegen, woonstraten, fiets- en wandelpaden, alsmede bijbehorende voorzieningen als parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, en straatmeubilair;
  • waterlopen en waterpartijen;
  • nutsvoorzieningen;
  • geluidsafschermende voorzieningen en/of -bebouwing;
  • transportleidingen.
2.6.2. Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de beschrijving in hoofdlijnen als aangegeven in artikel 3 en de volgende regels.

a. Algemeen
1. Uitgangspunt is een effectieve benutting van de beschikbare ruimte. Waar dat goed mogelijk is wordt uitgegaan van het stapelen van verschillende functies ("dubbel grondgebruik").
2. De totale bedrijfsvloeroppervlakte van kantoren bedraagt maximaal 50.000 m². 3. De totale vloeroppervlakte van detailhandel bedraagt maximaal 8100 m2 en dient in hoofdzaak in de velden 15, 18 en 19 te worden gerealiseerd. 4. De totale vloeroppervlakte van maatschappelijke doeleinden, waaronder scholen en maatschappelijke voorzieningen, bedraagt maximaal 17.500 m². 5. De onder 4. vermelde doeleinden dienen hoofdzakelijk gesitueerd te worden in de velden waar op de plankaart de daartoe strekkende aanduidingen zijn weergegeven.
6. De woonstraten worden ingericht als 30-km-gebied.
7. Tussen de op de plankaart aangegeven 50 dB(A)-contour wegverkeerslawaai en de as van de wijkontsluitingsweg mogen geen woningen worden gebouwd, tenzij wordt voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder.
8. Tussen de op de plankaart aangegeven 57 dB(A)-contour spoorwegverkeerslawaai en de bestemming "Verkeersdoeleinden-railverkeer" mogen geen woningen worden gebouwd, tenzij wordt voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder.
9. Tussen de op de kaart voorkomende aanduiding "grens bebouwbaar gebied" en de spoorbaan mogen geen gebouwen worden gebouwd.
10. Ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangegeven aanduiding dient geluidsafschermende bebouwing gerealiseerd te worden.
11. Ter plaatse van de op de plankaart als zodanig aangegeven aanduiding dienen geluidsafschermende voorzieningen gerealiseerd te worden.
12. De aan de onderscheiden velden grenzende groenvoorzieningen dienen goed bereikbaar te zijn.
13. Na vrijstelling van het bepaalde in lid 1 mag bedrijfsruimte in categorie I zoals genoemd in de bij deze voorschriften behorende bijlage of daarmee gelijk te stellen bedrijven of activiteiten bij een woning met een maximum van 100 m2 worden gerealiseerd, mits:
- geen ontoelaatbare milieuhinder wordt veroorzaakt;
- goede bereikbaarheid is verzekerd en
- is voorzien in voldoende parkeermogelijkheid.
14. Met betrekking tot de in de onderscheiden velden minimaal en maximaal te bouwen woningen is de volgende tabel van toepassing:

Veld   Minimaal   Maximaal  
11   209   302  
13   104   150  
15   85   122  
18   311   450  
19   418   603  

b. Met betrekking tot de onderscheiden velden gelden voorts de volgende bepalingen.

1. veld 11:
- de bouwhoogte bedraagt maximaal 18 meter; in afwijking hiervan mogen aan west- en zuidgrens van het veld bebouwingsaccenten tot een hoogte van maximaal 30 meter worden gebouwd; - de verkeersontsluiting van het veld vormt tevens de ontsluiting van veld 6;
- de bebouwing langs de spoorbaan dient een geluidsafschermende functie te hebben;

2. veld 13:
- de bouwhoogte bedraagt maximaal 30 meter;
- bebouwing binnen de 50 dB(A)-contour wegverkeerslawaai dient een geluidsafschermende functie te hebben;
- de oevers langs de grens met de bestemming "Water" dienen een openbaar karakter te krijgen;
- het veld wordt hoofdzakelijk ingevuld met kantoorbebouwing;

3. veld 15:

- de bouwhoogte bedraagt maximaal 25 meter; in afwijking hiervan mogen aan de oostgrens van het veld bebouwingsaccenten tot een hoogte van maximaal 50 meter worden gebouwd;
- bebouwing binnen de 50 dB(A)-contour wegverkeerslawaai dient een geluidsafschermende functie te hebben;

4. veld 18:
- de bouwhoogte bedraagt maximaal 18 meter met dien verstande dat:
a. langs de noordrand van het veld bebouwingsaccenten tot een hoogte van maximaal 50 meter mogen worden gebouwd; b. ter plaatse van de plankaart aangegeven "straalpad met maximum oprichtingshoogte t.o.v. N.A.P." de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de ingeschreven maatvoering; - de bebouwing langs de spoorbaan dient een geluidsafschermende functie te hebben;

5. veld 19:
- de bouwhoogte bedraagt maximaal 18 meter met dien verstande dat: a. langs de west- en noordgrens van het veld bebouwingsaccenten tot een hoogte van maximaal 30 meter mogen worden gebouwd;
b. ter plaatse van de plankaart aangegeven "straalpad met maximum oprichtingshoogte t.o.v. N.A.P." de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de ingeschreven maatvoering;

2.6.3. Procedure en voorlopig bouwverbod
  • a. Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met het oog op de algehele inrichting van het gebied voor de in lid 1 genoemde doeleinden; uitwerking van de bestemming per veld of gedeelte daarvan is daarbij mogelijk.
  • b. Omtrent de vaststelling van het uitwerkingsplan wordt de procedure gevolgd als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
  • c. Zolang en voor zover het uitwerkingsplan niet in werking getreden is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits het bouwplan in overeenstemming is met een ter inzage gelegd ontwerp-uitwerkingsplan en van Gedeputeerde Staten vooraf een verklaring van geen bezwaar is ontvangen, tenzij Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat de uitwerking geen goedkeuring behoeft en gedurende de termijn van terinzagelegging geen bedenkingen tegen het ontwerp-uitwerkingsplan zijn ingebracht.