direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Weerdjes
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.790-0201

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijks-, Provinciaal- en regionaal beleid

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat.

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid.

Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 Rijksdoelen geformuleerd:

  • de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat;
  • de bereikbaarheid verbeteren;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Het ruimtelijk beleid van de provincie is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio”. Het Streekplan, dat wordt vastgesteld voor een periode van 10 jaar, is een schakel tussen rijks- en gemeentelijke plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening.

Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak.

Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 'Werken aan een aantrekkelijke en concurrerende stadsregio in Noordwest Europa' is de opvolger van het Regionaal structuurplan 2015 uit 1998. Het regionaal plan vormt het richtinggevend kader voor beleid en uitvoering van het regionaal beleid van de stadsregio op gebied van ruimte, mobiliteit, economie en wonen.

3.2.2 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Arnhem 2020 - 2040

De opvolger van het Structuurplan Arnhem 2010 is de Structuurvisie Arnhem 2020/doorkijk 2040 en deze is op 10 december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.

Elke gemeente in Nederland moet de plannen die zij heeft op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling van de stad vastleggen in een document: een structuurvisie. Het is hét richtinggevende document voor overheden, maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers.

In de Structuurvisie is de bestaande stad gekarakteriseerd volgens een 'typologie van ruimtelijke milieus'. Het plangebied is getypologeerd als 'Stad van licht, lucht en ruimte'. Dit is als volgt beschreven:

"De oorlog leidt tot vele verwoestingen in Arnhem. Het Wederopbouwplan voor Arnhem van Leupen en Van der Laan is opgezet volgens het principe van licht, lucht en ruimte dat wordt bepleit door het C.I.A.M. (Congrès Internationaux d'Architecture Moderne). Het wederopbouwplan omvat onder meer de herbouw van een groot deel van de binnenstad, grote verkeersdoorbraken, het doorzetten van door de oorlog gestaakte uitbreidingsplannen zoals in Malburgen, en de bouw van een grote nieuwe wijk in Presikhaaf. De basisgedachte van het C.I.A.M. is in de basis nog steeds die van de tuinstad, maar dan met een industriële benadering van bouwen, een strikte scheiding van functies, scheiding van voetganger en fietser van automobilist en een puur functionele benadering van architectuur en stedenbouw. De zoektocht naar de ideale, meest efficiënte verkaveling beheerste in deze periode gedwongen door de grote woningnood het debat onder stedenbouwers. Hoogbouw was hierbij onvermijdelijk. Met name Presikhaaf zal uitgroeien tot een schoolvoorbeeld van een C.I.A.M.-wijk."

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.790-0201_0008.jpg"

Figuur 3.1: Typologie van ruimtelijke milieus en koersgebieden.

Bron: Structuurvisie Arnhem 2020-2040

Op figuur 3.1 is ook een aantal 'koersgebieden' gemarkeerd waar zich ontwikkelingen aftekenen voor de korte of lange termijn. Het gebied Weerdjes valt binnen het koersgebied 'Binnenstad, brandpunt van de stad'.

De onderscheiden koersgebieden zijn vooral stadsmilieus-in-ontwikkeling die een belang vertegenwoordigen dat de plek overstijgt en betekenis hebben voor de stad als geheel. Dat geldt in het bijzonder voor de Binnenstad en het Buitengebied Noord, die in de beschrijving van de koersgebieden ruim aandacht krijgen. Voor de binnenstad zal de hier beschreven koers nader worden uitgewerkt en onderbouwd in een zogenaamde Binnenstadsvisie. Voor de Weerdjes is het volgende van belang:

  • De Weerdjes is een typisch naoorlogs gebied met grote bouwblokken en binnentuinen. Woningen en kantoren zijn de belangrijkste functies in dit gebied. Er is een harde overgang tussen de Middeleeuwse stad en de Weerdjes door de grote verschillen in bebouwing en functies.
    Het Rijnfront is eigenlijk onderdeel van de Weerdjes en deels van het bestuurskwartier, maar is tegelijkertijd de verbindende schakel tussen de twee uiteinden van de singels. Van oudsher is het onderdeel van de 'wandeling' rond de stad, met in aanleg net zulke statige panden als aan de groene singels. Het is te beschouwen als het 'balkon' van de stad aan het water.
  • De Weerdjes is het grootste 'luwtegebied' in de binnenstad. De unieke ligging aan de Rijn biedt echter grote kansen voor het gebied. Door het toevoegen van een trekker in het gebied (zoals nu voorzien op het gebied van cultuur) en het verbeteren van de aansluiting op de rest van de binnenstad en het achterland achter de brugopritten (o.a herstellen singels op die plaatsen) kan het gebied uit het isolement halen. Het realiseren van een verbinding naar de overkant van de rivier door middel van een brug of veerpont zou de Weerdjes zelfs een relatief centrale positie in de stad kunnen bezorgen.