Plan: | Bestemmingsplan Paasberg e.o. 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.781-0301 |
Cultuurhistorische karakteristieken
Het plangebied omvat veel elementen en structuren die van cultuurhistorische waarde zijn. Oorspronkelijk bevonden zich 4 landgoederen in het gebied (Presikhaaf, Rennenenk, Angerenstein en Bronbeek); deze hebben grote invloed gehad op de verschijningsvorm van het gebied. In het volgende worden de belangrijkste (nog resterende) cultuurhistorische structuren in het plangebied beschreven:
Angerenstein
Het park Angerenstein is een restant van een veel groter landgoed. De aanleg en bebouwing van het huidige landgoed is 18de eeuws. Behalve het park bleven het landhuis, een vroeg 20ste eeuwse koetshuis, bijgebouwtjes en poort bewaard.
Het huidige park bevat tuinarchitectuur en elementen van de aanleg uit verschillende perioden, met beken, watervallen, vijvers en een pergola. Het park is grotendeels aangelegd in een vroeg 19de eeuwse romantische Engelse landschapsstijl. Deze aanleg wordt gekenschetst door slingerende paden, grote waterpartijen, forse boomgroepen, doorkijkjes, grasvelden, etc. In het park bevindt zich verder een sprengenbeek. In het midden van de 17de eeuw voedde de spreng een watermolen, die zich bevond bij de grote vijver voor het huis. Samen met het oude huis en bijgebouwen vormt het park een tastbare herinnering aan de historie van dit oude landgoed. Het park bezit een groot aantal bijzondere cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten. Het restant van het landgoed Angerenstein bepaalt voor een groot deel de structuur van de omliggende wijken en dient thans als fraai stadspark voor dit gebied. Het park is beschermd als gemeentelijk monument.
Sacre Coeur / park Regina Pacis
Park Sacre Coeur bevindt zich op (een deel van) het voormalige landgoed Presikhaaf. In 1865 spleet de spoorlijn Arnhem-Zutphen het landgoed in tweeën.
Vanaf 1882 werd een wandelpark aangelegd als onderdeel van de Vogel- en Plantentuin aan de Velperweg. Op het 9 ha. grote terrein "Recreatietuin" genoemd, met fraaie beplantingen en volières kon men diverse sporten beoefenen (lawntennis, cricket, kinderspelen, wandelen in de fraaie, in landschappelijke stijl aangelegde tuinen) en waren er verschillende culturele accommodaties, zoals een muziektent, tentoonstellingsruimtes en een grote concertzaal. Een lang leven was de Vogel- en Plantentuin niet beschoren. In 1894 werd de exploitatie wegens tegenvallende belangstelling reeds gestaakt, waarna het complex in gebruik was als o.a. sanatorium en nonnenklooster. In 1974 werd het complex gesloopt en verrees er een modern verpleeghuis, het huidige Regina Pacis; dit is recentelijk ook weer vervangen. Een groot deel van de landschappelijke parktuin bleef intact. Van de 19de-eeuwse aanleg resteren thans vele fraaie groenelementen, een groot deel van de waterpartijen en een deel van het wandelpadenpatroon.
Van de oorspronkelijke bebouwing resteert afgezien van het voormalige koetshuis (Velperweg 160-162-164) niets. Het park is beschermd als gemeentelijk monument.
Rennenenk (Park Insula Dei)
Rennenenk was oorspronkelijk onderdeel van de bezittingen van het klooster Monnikenhuizen. In de 17de eeuw werd een landhuis gebouwd en een park aangelegd. Halverwege de 19de eeuw werd het landhuis vergroot en werd een romantisch park aangelegd. Sinds 1966 wordt het landhuis gebruikt als woonoord voor bejaarden en zijn diverse gebouwen verrezen op het terrein. Het landhuis is beschermd als rijksmonument.
Bronbeek
Bronbeek werd rond 1820 als buitenplaats aangelegd. Tegenwoordig is het park het terrein van het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen. Bronbeek kent een rijke historische gelaagdheid en bevat belangrijke restanten uit de periode voor de aanleg van de buitenplaats Bronbeek, alsmede de diverse stadia in de ontwikkeling van de buitenplaats na 1819 en de institutionele periode vanaf 1859, toen het terrein in gebruik werd genomen als vestigingsplek voor het Koninklijke Militaire Invalidenhuis.
Het hospitaal en de commandantswoning zijn beschermde rijksmonumenten.
Paasberg
De woonwijk Paasberg werd vanaf het midden van de eerste helft van de 20ste eeuw aangelegd, nadat de gemeente Arnhem in 1921 enkele terreinen had aangekocht van de familie Van Pallandt, die woonde op het landgoed Rennenenk (heden Insula Dei).
Een aantal oude zandpaden werd bij de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk als onderlegger gebruikt voor het stratenplan (o.a. de Roemer Visscherstraat, de Bronbeeklaan, de P.C. Hooftstraat en de Jac van Looystraat). De Velperweg was al een eeuwenoude weg, met groot verkeersbelang. Tussen deze straten ontwierp het Gemeentelijk Grondbedrijf onder leiding van Brinkman Visser voor 1925 (waarschijnlijk in 1922-23) een plan voor een tuindorp met een hoofdstraat evenwijdig aan de Bronbeeklaan (de Vondellaan) die in het noorden een knik in noordwestelijke richting maakt, en haaks daarop korte rechte woonstraten. Een paar kleine pleintjes aan de hoofdstraat verlevendigen het beeld, en op één hiervan verspringt de straat een klein stukje. In het centrum van de wijk werd een kerk gepland op een geïsoleerd symmetrisch plein. Behalve een protestantse kerk kreeg de wijk in 1928 ook een protestantse lagere school (aan de Alberdingk Thijmstraat), en in het centrum van de wijk werden op een aantal hoeken winkelwoonhuizen gebouwd.
De grondwerkzaamheden en infrastructurele werken werden tussen 1923 en 1930 uitgevoerd, deels als werkverschaffingsproject. De meeste bouwterreinen in de wijk werden door de gemeente in erfpacht gegeven aan particulieren die hun eigen huis lieten bouwen en aan kleine ontwikkelaars en woningbouwverenigingen. Het deel van de wijk ten westen van de Bronbeeklaan werd grotendeels in de eerste helft van de jaren '30 bebouwd, terwijl er na WO II nog enkele leeg gebleven kavels werden bebouwd. In het zuidelijke deel van de wijk staan vooral twee-onder-een-kapwoningen, terwijl in het noorden, waar de kavels in het algemeen iets kleiner zijn, meer rijen van verschillende lengte zijn te vinden. De meeste panden bestaan uit twee bouwlagen onder een zadeldak of schilddak, maar een laag minder komt ook voor.
Het terrein is gelegen op de stuwwal van het Veluwe-massief, tegen de zuidelijke flank van de Paasberg, waarvan de top net ten noorden van de wijk ligt. Hierdoor loopt het terrein voor het grootste deel met een lichte helling op naar het noorden. Het hoogteverschil is ca. 40 m.
De wijk heeft als geheel een zeer groen karakter, zoals van een tuindorp verwacht mag worden, vanwege de vele particuliere siertuinen (voor- en achtertuinen bij elk pand, en vaak doorzichten tussen de panden door), het openbare groen (voornamelijk laanbeplanting) en het vele groen van de aangrenzende gebieden.
Overige cultuurhistorische waarden
Aan de Bernardlaan en de Lippe Biesterfeldstraat staan vier flatgebouwen, in 1953/1954 gebouwd in een late, zakelijke variant van de Delftse schoolstijl (ook wel "Shakehands-architectuur" genoemd). De flats zijn nog niet ingrijpend gerenoveerd en bezitten tal van oorspronkelijke onderdelen.
In het plangebied bevinden zich verschillende historische tracés (o.a. Velperweg).
In het oosten van het plangebied bevinden zich nog enkele grenspalen.
Het rijksbeschermde stadsgezicht Geitenkamp valt net buiten de grenzen van dit bestemmingsplan.
Conclusie
De parken Angerenstein, Bronbeek, Rennenenk en Sacre Coeur zijn bewaard gebleven delen van voormalige landgoederen en bezitten grote cultuurhistorische waarde. Ze vormen een belangrijke groene schakel in de vrijwel aaneengesloten krans van stadsparken en (voormalige) landgoederen aan de noord- en oostzijde van de stad. Uitgangspunt is de ruimtelijke structuur van deze gebieden zoveel mogelijk in stand te houden, zodat de cultuurhistorische waarden blijven bestaan. Hierbij is het belangrijk om de kenmerken per landgoed te benadrukken en het eigen groene karakter te versterken.
Uitgangspunt bij de beken in het plangebied (Beek op de Paasberg en Bronbeek) is versterking ervan.
De woonwijk Paasberg bezit een bijzondere stedenbouwkundige structuur. Behoud van het tuindorpkarakter is uitgangspunt, evenals de reliëfaccenten.
Ook de andere boven genoemde cultuurhistorische karakteristieken moeten conserverend bestemd worden. In Bijlage 2 is een lijst van monumenten opgenomen die voorkomen in het plangebied.
Archeologie
In het plangebied bevindt zich een archeologische vindplaats, betrekking hebbend op een oud akkergebied uit de nieuwe tijd (Bronbeeklaan). In 2010 zijn hier tijdens archeologische begeleiding van de aanleg van een speelplaats ook (naar verwachting) vroegmiddeleeuwse potscherven gevonden, met paalspoor. Een andere 'vindplaats' in het plangebied heeft betrekking op het landgoed Bronbeek. Relevante vindplaatsen bevinden zich ten westen van het plangebied: de vondst van een crematie-urn bij de Velperweg, evenals een losse munt uit de Romeinse tijd. (De vindplaatsen in het plangebied staan op de maatregelenkaart niet aangeduid als archeologisch waardevol gebied. Zie figuur 3.4).
Figuur 3.4 Archeologische verwachtingskaart
Hoewel er in en rondom het plangebied weinig vindplaatsen bekend zijn, heeft het plangebied vanwege de oudlandschappelijke situatie een grotendeels hoge verwachtingskans. De pre- en protohistorische mens koos de locatie van beekdalen en puinwaaiers vaak uit voor bewoning en landgebruik, onder meer vanwege de biodiversiteit (gradiëntzone). Gebrek aan (relevante) vindplaatsen heeft veeleer te maken met het gering aantal archeologische waarnemingen dat hier is uitgevoerd. Het uiterst noordoostelijke deel van het plangebied heeft een middelhoge archeologische verwachtingskans. Bewoning kan hier, eveneens op de flank van de stuwwal, niet worden uitgesloten, maar de locatie van het beekdal en de puinwaaier zijn vermoedelijk aantrekkelijker geweest.
Conclusie
Het plangebied heeft een gedifferentieerde archeologische verwachtingskans: het grootste deel heeft een hoge verwachting; een klein deel een middelhoge verwachting. Deze zones zijn als zodanig op de plankaart aangeduid.