direct naar inhoud van 4.7 Water
Plan: Bestemmingsplan Paasberg e.o. 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.781-0301

4.7 Water

Oppervlaktewater

Er is veel oppervlaktewater aanwezig. Dit is toe te schrijven aan belangrijke beeklopen, kwelplekken en parken in het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.781-0301_0007.jpg"

Figuur 3.3 Water-attentiekaart

Beek op de Paasberg

De Beek op de Paasberg begint met de meest noordelijke vijver van het plangebied. Dit is de Sprengkop. Hierna vervolgt de beekloop zijn weg door het dal tussen de wijken Geitenkamp en de Paasberg richting Park Angerenstein. Via Park Sacre Coeur komt de beek aan de zuidkant van Wellenstein samen met de Bronbeek.

De Beek op de Paasberg is een SED-beek (Specifiek Ecologische doelstelling). Dit betekent dat de beek, ondanks menselijke invloeden uit het verleden, waardevol is voor de natuur en daarmee extra bescherming geniet tegen externe invloeden.

Bronbeek

Deze beek ontspringt in het gelijknamige park aan de Velperweg. Via een ondergrondse watergang wordt deze aan de andere kant van de Velperweg in Wellenstein weer zichtbaar. Aan de zuidrand van Wellenstein komt de beek samen met de Beek op de Paasberg.

Park Angerenstein

Water maakt een belangrijk deel uit van dit park. Het gaat dan niet alleen om de beek

op de Paasberg die er doorheen stroomt of de Julianabeek die er ontspringt. In het park liggen ook andere beekjes en waterpartijen, zoals de sprengvijvers waaruit kwel omhoog komt. De kwel en de Beek op de Paasberg voeden de waterpartijen in het park.

Park Sacre Coeur

In dit park is de Beek op de Paasberg zichtbaar in 3 vijvers die met elkaar verbonden zijn. Aan de middelste vijver wordt een uitloper gemaakt met 2 ecotunnels onder het spoor door, om de Heemtuin in Presikhaaf van water te voorzien.

Grondwater

Het plangebied kent een groot hoogteverschil. Dit varieert van ca. 51 m. + N.A.P. op de Paasberg (naast de Paasberglaan) tot 14 m. + N.A.P. aan de zuidkant van het plangebied. Het diepe grondwater stroomt in zuidelijk richting; van de Veluwe naar de Betuwe en varieert van ca. 20 m. +N.A.P. in het noorden tot 13 m. + N.A.P. in het zuiden.

Bovenstrooms beïnvloedingsgebied SED-beek

Door de ligging op de stuwwalhelling is het mogelijk dat er in de ondergrond leem voorkomt. Omdat op leem water stagneert kunnen er hogere grondwaterstanden voorkomen dan verwacht. Deze leemlagen zijn ook grotendeels verantwoordelijk voor de wateraanvoer van de beken en daardoor van groot belang voor het voorbestaan ervan. Om te voorkomen dat deze leemlagen worden beschadigd, valt het gebied onder een beschermingzone 'bovenstrooms beïnvloedingsgebied SED-beek'. Alleen het park Sacre Coeur valt hier niet onder.

Kloosterstraat

Het Geohydrologisch onderzoek Kloosterstraat van bureau Boot in 2008 toont aan dat in het noordoosten van het plangbied ter hoogte van de Kloosterstraat leem- en zelfs veenlagen voorkomen. Bij het eventueel te ontwikkelen van dit gebied is het van groot belang deze lagen niet te beschadigen om verdroging te voorkomen.

Afvalwatersysteem

Het gebied is van origine gemengd gerioleerd en is onderdeel van het hoofdbemalingsgebied Driepoortengemaal.

De wijk Angerenstein Noord is gescheiden gerioleerd waarbij het regenwater via de beek op de Paasberg afgevoerd. Ook de flats aan de Kloosterstraat en enkele scholen en straten naast de beek lozen hier op.

Ook op de Bronbeek wordt hemelwater geloosd. Zo komt het hemelwater van landgoed Bronbeek, een deel van de Velperweg en van de Wellenstein in deze beek terecht.

De wijk tussen de Bronbeeklaan en de Roemer Visscherstraat is voor het grootste deel afgekoppeld. Het regenwater infiltreert in de bodem.

Conclusie

Bij nieuwe ontwikkelingen moet het hemelwater op eigen terrein worden verwerkt. Er mag zonder aanvullend geo-hydrologisch onderzoek niet dieper dan twee meter worden gebouwd.

De op de water-attentiekaart aangegeven voorzieningen mogen niet beperkt worden in hun functioneren. Daarnaast mogen de leemlagen niet beschadigd worden.