16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Verboden werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere gesloten oppervlakteverhardingen;
-
b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de bodem;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse kabels of leidingen;
-
d. het wijzigen van het bestaande bodemniveau door ophogingen of afgravingen of het verrichten van andere graafwerkzaamheden;
-
e. het aanbrengen, vellen en/of rooien van bomen of beplantingen welke dieper wortelen dan 0,75 meter
16.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht
Het in sublid 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
-
a. voor normale onderhoudswerkzaamheden;
-
b. voor werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
-
c. voor werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
-
d. voor normaal spitwerk tot een diepte van niet meer dan 0,30 meter.
-
e. voor werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning kunnen worden uitgevoerd.
16.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
-
a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende waterlopen en
-
b. ter zake daarvan vooraf advies van het waterschap Rivierenland is ingewonnen.