Plan: | Tuin van Elden |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.761-0201 |
Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat.
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het gaat om de inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030.
Het ruimtelijk beleid van de provincie is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio”. Het Streekplan, dat wordt vastgesteld voor een periode van 10 jaar, is een schakel tussen rijks- en gemeentelijke plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening. Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak.
Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 'Werken aan een aantrekkelijke en concurrerende stadsregio in Noordwest Europa' is de opvolger van het Regionaal structuurplan 2015 uit 1998. Het regionaal plan vormt het richtinggevend kader voor beleid en uitvoering van het regionaal beleid van de stadsregio op gebied van ruimte, mobiliteit, economie en wonen. Binnen de Stadsregio Arnhem – Nijmegen is afgesproken dat de steden Arnhem en Nijmegen zich met name kunnen richten op woningen in het middeldure en dure segment; in deze steden wordt 35% gerealiseerd in het betaalbare segment en in de overige gemeenten 50%. Voor de zone waar De Tuin van Elden toe behoort, “Contour woningbouw”, geldt dat 35% van de nieuwbouw in de betaalbare huur- en/ of koopsector gerealiseerd moet worden.
Structuurplan Arnhem 2010
Het gebruik van de ruimte in een stad verandert voortdurend. Om plannen en initiatieven goed op elkaar af te stemmen, stelt de gemeente met enige regelmaat een structuurplan vast. Het Structuurplan Arnhem 2010 dat op 2 oktober 2000 door de raad is vastgesteld beschrijft het ruimtelijk beleid voornamelijk in hoofdlijnen. Het plan is flexibel, zodat het kan inspelen op veranderende omstandigheden en inzichten. Formeel is het nieuwe Structuurplan Arnhem 2010 tien jaar van kracht: van 2000 tot 2010. Maar de inrichting van de ruimte werpt haar schaduw veel verder vooruit. Waar dat mogelijk is, richt het Structuurplan zijn blik daarom op het jaar 2030.
Het Structuurplan geeft aan dat in Arnhem-Zuid nu weinig terug te vinden is van het oorspronkelijke landschap van de Betuwe. Wanneer “blauwe” en ”groene” lijnen (water en beplanting) van het omliggende landschap in het stadsdeel doordringen, kan men er weer iets van de Betuwe ervaren. Daarbij moet het groen in Zuid beter toegankelijk en zichtbaar worden, en moeten ontbrekende schakels in ecologische verbindingen en recreatieve routes naar het omliggende landschap aangebracht worden. Door meer in het groen te investeren, komt er een beter evenwicht tussen economische ontwikkeling en ecologische waarden. Daarbij behoort ook een passend waterbeheer: vergroting van bergingscapaciteit door uitbreiding van het wateroppervlak in het stedelijk gebied kan worden benut om de stad aantrekkelijker te maken. In de Structuurplankaart is de mogelijkheid aangegeven de watergang aan de noordkant van Elden door te trekken.
Arnhem ontwikkelt zich het sterkst langs bepaalde assen; in Arnhem-zuid zijn dat de Nijmeegseweg en de Burgemeester Matsersingel. Het Geldredomegebied kan na 2010 verder verstedelijkt worden. Naast andere functies kan hier het stedelijk wonen voor veel mensen een aantrekkelijke mogelijkheid zijn. Ook voor mensen die de voorkeur geven aan een ruime, groene omgeving worden tot 2010 woningen gebouwd. De groene rand rond Elden moet in stand blijven als bufferzone.
Het is de bedoeling dat alle Arnhemse wijken een uitwerking krijgen vanuit het Structuurplan 2010; voor Elden is dat de Structuurvisie Elden 2000. Als belangrijkste ontwikkelingen tot 2010 noemt het Structuurplan voor Elden en omgeving:
Bij de belangrijke reserveringen voor de periode 2010-2030 staat er vermeld:
Tussenrapportage 2006
In juni 2006 is de tussenrapportage van het Structuurplan Arnhem vastgesteld. Deze rapportage vormt een actuele bijstelling van onderdelen van het structuurplan. Naast een herijking van bestaand beleid door veranderde opvattingen wordt in de rapportage een uitwerking van het hoogbouwbeleid gepresenteerd. Ten aanzien van het plangebied worden in de tussenrapportage geen relevante bijstellingen genoemd.
Structuurvisie Elden 2000
In 1997 is de conceptversie van de structuurvisie Elden voor het eerst aan de bewoners gepresenteerd. Aanleiding voor het opstellen van de structuurvisie was onder andere de toenmalige instemming van de gemeente Arnhem met het VINEX-convenant voor het knooppunt Arnhem-Nijmegen en daarmee met de verplichting tot het bouwen van 7.500 woningen tot 2005. De stadsuitbreiding Schuytgraaf kon daarvoor te weinig capaciteit bieden. Om dit tekort op te vullen is binnen het stedelijk gebied van Arnhem, naast de reeds bekende plekken gezocht naar aanvullende woningbouwlocaties. Een studie naar de mogelijkheden binnen Elden was een onderdeel daarvan.
De structuurvisie heeft geen wettelijke status maar is wel door de gemeenteraad vastgesteld (op 1 juli 2002). Hiermee vormt de structuurvisie een belangrijk beleidsdocument waar ruimtelijke ontwikkelingen aan getoetst moeten worden en is het voor onderhavig plangebied dan ook van belang om na te gaan welke uitgangspunten in de structuurvisie voor Elden gehanteerd worden. Dit mede gezien het feit dat de Eldense bevolking een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van deze visie.
In de visie wordt in zijn algemeenheid aangegeven op welke wijze bij nieuwbouwplannen rekening gehouden dient te worden met het bestaande karakter van Elden:
“In Elden zelf zijn de inrichting van wegen en straten en de te gebruiken bebouwingstypologieën van belang. Het dorpse karakter staat hierbij voorop. Uitbreiding van de bebouwing moet kleinschalig, niet villa-achtig van aard zijn en passen binnen de dorpse sfeer van Elden; geen aanblik van "stadse" gesloten blokken. Eén en ander heeft betrekking op de gewenste kleur van de gevels (donker-, roodbruin) en de schakeling (vrijstaand, korte rijtjes). Ook toepassing van het schuine pannendak (zadeldak, of eventueel Mansardekap) behoort ertoe. De overwegend donkere tinten, zowel voor wegen als bebouwing dienen bij eventuele uitbreidingen inspiratiebron te zijn; de nokhoogte aangepast aan het algemene beeld. Indien het grootschalige tuincentrum (Intratuin) op termijn verdwijnt, kan op deze locatie een dergelijk woningbouwtype gebouwd worden; aldaar is bij grote bouwpercelen een meer villa-achtig karakter overigens ook acceptabel”
Figuur 10: Plankaart Structuurvisie Elden 2000
Ten aanzien van de locatie Intratuin wordt uiteindelijk het onderstaande in de visie opgenomen:
“Een grootschalige en verkeersaantrekkende functie als dit tuincentrum past niet goed in het overwegend kleinschalige Elden.” “Het uitgangspunt ten aanzien van Intratuin is dat dit terrein eventueel na 2005 kan worden ontwikkeld. De huidige functie staat momenteel niet ter discussie. Indien het terrein op termijn vrijkomt dan heeft een invulling met woningbouw de voorkeur.”
In de visie worden naast de reeds vermelde algemene punten waarmee ten aanzien nieuwbouw rekening gehouden moet worden een aantal punten opgenomen die specifiek ingaan op de ontwikkeling van Intratuin: