direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Tuin van Elden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.761-0201

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen en daaraan ondergeschikt voor:
    • 1. groen- en speelvoorzieningen;
    • 2. parkeervoorzieningen;
    • 3. buurtwegen, woonstraten en andere voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
    • 4. verblijfsgebieden.
  • b. indien dit als zodanig is aangegeven:
    • 1. tevens voor maatschappelijke functies ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
    • 2. uitsluitend voor garages ten behoeve van autostalling of opslag van goederen ten behoeve van het wonen ter plaatse van de aanduiding 'garage'.
8.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 8.1 van dit artikel bedoelde gronden, voor zover binnen de bouwvlak gelegen, mogen, met inachtneming van de aangegeven:
    - maximumbouwhoogten;
    - maximum aantal bouwlagen;
    - maximum aantal wooneenheden
    uitsluitend de in de gegeven bestemming passende hoofdbebouwing, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en andere binnen de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
  • b. Op de in lid 8.1 van dit artikel bedoelde gronden, ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" mogen:
    • 1. aan- of uitbouwen aan de hoofdbebouwing en andere onderdelen van de hoofdbebouwing worden gebouwd met een maximumbouwhoogte gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing, vermeerderd met maximaal 30 centimeter ten behoeve van isolatie of afschot.
    • 2. bijgebouwen worden gebouwd met een maximumbouwhoogte gelijk aan de goothoogte van het hoofdgebouw, waarbij de goothoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing.
    • 3. overige bouwwerken, passend binnen de bestemming, met een maximumbouwhoogte van 3 meter worden gebouwd, waarbij de oppervlakte van het totaal van deze bebouwing per bouwperceel de in onderstaand schema opgenomen maten niet overschrijdt.
      oppervlakte gebied met de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel   maximale oppervlakte bouwwerken  
      < 90 m2   50% van de oppervlakte van het gebied met de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel met een minimum van 20 m2  
      90-150 m2   45 m2  
      150-300 m2   55 m2  
      300-500 m2   65 m2  
      500-1000 m2   75 m2  
  • c. op de overige gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 1 meter.
8.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van: het bepaalde in lid 8.2 onder a en artikel 10.1 onder a en toestaan dat de bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 1 meter buiten het bouwvlak mits het totale oppervlak aan hoofdbebouwing niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak en voorzover de bouwgrens niet is voorzien van de figuur 'gevellijn';
  • b. het bepaalde in het in lid 8.2 onder b. opgenomen schema ten behoeve van een verhoging van de maximale grootte van bouwwerken voor percelen waarbij de bebouwbare zone groter is dan 1000 m2met maximaal 25 m2 mits:
    1. dit vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet op bezwaren stuit en
    2. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet worden geschaad.
  • c. het bepaalde in artikel 11 onder a. van de regels ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte mits:
    • 1. het gebruik als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies van een onafhankelijk deskundige wordt ingewonnen;
    • 2. de afhankelijke woonruimte qua oppervlakte past in de voor deze bestemming geldende regeling voor bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
    • 3. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij rekening wordt gehouden met milieuaspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid;
    • 4. het bijgebouw, dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, is gelegen op maximaal 20 meter afstand van het hoofdgebouw (op hetzelfde bouwperceel);
    • 5. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt;
    • 6. het aantal gebruikers van afhankelijke woonruimte maximaal twee bedraagt;
    • 7. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beëindigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist. Hiertoe controleren burgemeester en wethouders tweejaarlijks of nog aan de voorwaarden wordt voldaan, waaronder met een omgevingsvergunning van de regels is afgeweken.
8.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:
    • 1. gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte;
    • 2. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
  • b. Het bepaalde in lid 8.4 onder a.1. is niet van toepassing op het gedeelte van een woning in gebruik ten behoeve van beroep aan huis, hieronder mede begrepen bed en breakfast, door de bewoner, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse, noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan en mag het geen detailhandel, prostitutie of horeca betreffen.