direct naar inhoud van 5.3 Verantwoording van de regels
Plan: Bestemmingsplan Hoogstede - Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.760-0501

5.3 Verantwoording van de regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.

Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.

In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.

5.3.1 Afzonderlijke bestemmingen

In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Er kan worden gekozen om bepaalde bestemmingen in één subparagraaf te behandelen zoals Bedrijf en Bedrijf - Nutsvoorziening, Groen en Groen - Park en de Verkeersbestemmingen.

Per bestemming wordt ingegaan op:

  • welke gronden zijn zo bestemd;
  • wat houdt de bestemming in;
  • eventuele aanduidingen of andere bijzonderheden;
  • vergelijking vigerend bestemmingsplan zowel qua functie als qua bebouwing;

5.3.2 Bedrijf-1 en Bedrijf-2

Het grootste deel van het plangebied wordt gebruikt ten behoeve van 2 bedrijven, te weten het Kortsluitlaboratorium van de KEMA en de werkplaats van Rijkswaterstaat aan de Rosanderpolder.

Beide bedrijven zijn specifiek bestemd. Dit betekent dat de huidige bedrijfsactiviteit (en) zijn bestemd. Uitwisseling met een ander soort bedrijf is niet mogelijk.

Bouwregels

Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone, en de onbebouwbare zone. De bouwzone is bedoeld voor de (bedrijfs)gebouwen met daar waar mogelijk en/of gewenst extra mogelijkheden tot uitbreiding. Op de plankaart zijn de toegestane maximale bebouwingspercentages en bouwhoogten aangegeven. In de onbebouwbare zone is de steiger bij het kortsluitlaboratorium van de KEMA en de betonnen kade van Rijkswaterstaat opgenomen. Binnen deze bestemming is het tevens mogelijk wegen, fiets- en wandelpaden, trottoirs en parkeervoorzieningen te realiseren.
Ten behoeve van de het mogelijk maken om woonschepen te verplaatsen naar de Rosandepolder is een functieaanduiding binnen de bestemming Bedrijf-2 opgenomen. Binnen de op de plankaart opgenomen zone is het toegestaan voorzieningen voor woonschepen te realiseren.

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

De werkplaats van Rijkswaterstaat is in het vigerende bestemmingsplan "Werkplaats R.W.S. Rosanderpolder" bestemd als 'Gemengde bebouwing C, bedrijven", uitsluitend bestemd voor bedrijfsruimten ten behoeve van een werf en werkhaven met aanhorigheden, waaronder ten hoogste 4 dienstwoningen.

Het kortsluitlaboratorium van de KEMA heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming "Instelling van openbaar nut", uitsluitend bestemd voor gebouwen direct of indirect ten dienste van openbare nutsbedrijven of daarmee gelijk te stellen instellingen met aanhorigheden, waaronder dienstwoningen.

5.3.3 Groen

Het groen om de bestaande woningen aan de Slijpbeekweg is bestemd als "Groen". Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren is niet toegestaan. Bij snippergroen wordt afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging.

Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen en verlichting met een maximumbouwhoogte van 4 meter.

Ook het groen rondom het terrein van de KEMA is bestemd als "Groen", met de dubbelbestemming "Waarde-Landschap" (zie paragraaf 5.3.8)

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan 'Werkplaats R.W.S. Rosanderpolder' maken de gronden onderdeel uit van de bestemming voor de werkplaats van Rijkswaterstaat. De gronden hebben de bestemming "Gemengde Bebouwing, C bedrijven"

5.3.4 Natuur

Binnen deze bestemming staan het behoud, beheer en herstel of de ontwikkeling van voorkomende landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische, archeologische en natuurwaarden voorop. Daarnaast is het gebruik ten behoeve van agrarische doeleinden en extensieve recreatie toegestaan, maar slechts indien dat geen belemmering vormt voor of aantasting vormt van de hiervoor omschreven waarden.

Het uiterwaardengebied in dit plangebied tussen de Klingelbeekseweg en het terrein van Rijkswaterstaat heeft deze bestemming. Hiermee sluit dit gebied qua bestemming aan op het uiterwaardengebied in het bestemmingsplan Rivierzone.

Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan

In het vigerende bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming "Uiterwaard".

5.3.5 Verkeer-Verblijfsgebied

Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.

In dit bestemmingsplan hebben de Slijjpbeekweg en de toegangsweg naar het terrein van de KEMA de bestemming Verkeer-verblijfsgebied.

Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen

In het vigerende bestemmingsplan zijn de gronden bestemd als "Uiterwaard".

5.3.6 Wonen

Functie

De 2 woningen aan de Slijpbeekweg, voormalige dienstwoningen van Rijkswaterstaat, zijn bestemd als "Wonen" (artikel 8). Binnen deze bestemming passen verscheidene woonvormen zoals gezinsbewoning, bejaardenhuizen, kamerbewoning (tot maximaal 4 personen), serviceflats, etc. Er is geen onderscheid gemaakt tussen vrijstaande-, halfvrijstaande-, aaneengesloten- en gestapelde woningen. Bijzondere woonvormen, niet specifiek gericht op therapeutische behandeling, passen ook binnen deze bestemming.

Binnen de bestemming 'Wonen' zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).

In de bestemming "Wonen" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld gevangenissen en asielzoekerscentra niet inbegrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een specifieke vorm van de woonbestemming opgenomen.

Bebouwingsmogelijkheden/bouwaanduidingen

Door middel van bouwaanduidingen wordt aangegeven dat een bepaalde wijze van bouwen of een bepaalde verschijningsvorm gewenst of ongewenst wordt verklaard. Ook hier geldt dat de bouwaanduidingen alleen gelden voor de op de plankaart aangegeven plek.

De volgende bouwaanduiding wordt op de plankaart aangeduid:

Bijgebouwen

Binnen de bestemming 'wonen' zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone en de onbebouwbare zone.

De bouwzone omvat het eigenlijke woongebouw met, daar waar mogelijk en gewenst, uitbreidingsmogelijkheden. Als geen bebouwingspercentage is vermeld, mag deze gehele zone worden bebouwd in de aangegeven bouwhoogte, mits aan andere vereisten (bijvoorbeeld welstand) is voldaan.

De onbebouwbare zone is bedoeld voor tuinen, buurtgroen, speelplekken, woonstraten, trottoirs en parkeerplaatsen ten behoeve van de woonfunctie.

Voor een groot deel van het bouwvlak geldt een bouwaanduiding 'bijgebouwen'. Deze gronden met deze aanduiding zijn bedoeld voor garages, schuren en beperkte uitbreidingen aan het woonhuis, zoals serres. De maximale bouwhoogte van de bijgebouwen is 3 meter, exclusief kap. De maximale bouwhoogte voor uitbreidingen aan het woonhuis is gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag.

Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen

De woningen zijn in het vigerende bestemmingsplan bestemd als dienstwoningen behorende bij de werkplaats van Rijkswaterstaat.

5.3.7 Wonen - Woonwagenstandplaats

In het plangebied is ook een woonwagenstandplaats gelegen aan de Klingelbeekseweg. Deze is bestemd als 'Wonen-Woonwagenstandplaats' (artikel 9). Binnen deze bestemming is net als in de woonbestemming een bouwzone en een zone bijgebouwen opgenomen. Hiervoor geldt dat de hoofdbebouwing (de woonwagen) alleen binnen de bouwzone mag worden geplaatst. In de zone bijgebouwen is het mogelijk om bij elke woonwagen één bijgebouw te bouwen dat (in tegenstelling tot de woonwagen) wel aan de grond verankerd is. Er zijn plannen om voor alle woonwagenstandplaatsen te komen tot een nieuwe regeling voor de bouwhoogte.

In 2000 heeft de gemeente Arnhem het eigendom van de in de stad aanwezige woonwagenlocaties overgedragen aan de woningbouwcorporaties. Daarbij is afgesproken dat gezamenlijk toezicht zou plaatsvinden. Dit heeft echter niet of nauwelijks plaatsgevonden. Naar aanleiding van een inventarisatie is geconstateerd dat na de overdracht van het eigendom van de woonwagenlocaties illegale situaties zijn ontstaan. Een aantal woonwagens is hoger gebouwd dan het bestemmingsplan ter plaatse toeliet.

Om dit in goede banen te leiden is er besloten voor 12 van de 15 woonwagenstandplaatsen die verdeeld over de gemeente Arnhem zijn gelegen een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het doel van dit bestemmingsplan is een groot aantal woonwagens - dat zonder of in afwijking van een bouwvergunning is vergroot (verhoging van de bouwhoogte) - te legaliseren en tegemoet te komen aan de wens van woonwagenbewoners om hoger te kunnen bouwen.

Op dit moment wordt aan het bestemmingsplan voor de woonwagenstandplaatsen gewerkt, in afwachting van dat plan zijn de woonwagenstandplaatsen in dit bestemmingsplan conserverend bestemd. Dat houdt in dat de bestaande regeling is overgenomen. Met het ter zijner tijd van kracht worden van het bestemmingsplan 'Woonwagenstandplaatsen Arnhem' zal de verruiming alsnog tot stand komen.

5.3.8 Dubbelbestemmingen

De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkelbestemmingen en daar iets over zeggen. In dit bestemmingsplan zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen:

Waarde-Archeologie

  • "Waarde-Archeologie (archeologisch waardevol gebied)" artikel 10
  • "Waarde-Archeologie (hoge verwachting)" artikel 11

Deze dubbelbestemming geldt voor het gehele plangebied, waarvoor een hoge verwachtingskans bestaat voor archeologische waarden. Dit artikel bevat een aantal naast de andere bestemmingsbepalingen geldende beschermende bouwvoorschriften en nadere eisen. De zone waarbinnen sprake is van een hoge archeologische verwachtingskans is op de plankaart nader aangeduid. Daarnaast is in de regels geregeld dat ter plaatse van de op de plankaart aangegeven zone een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden alleen mag worden afgegeven wanneer blijkt dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd. Daartoe geldt een onderzoeksplicht. De uitkomst van dit onderzoek is dat, voordat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt afgegeven, het inzichtelijk moet zijn dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd.

Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen

In de vigerende bestemmingsplannen is deze bestemming niet opgenomen en worden de archeologische waarden ook niet op een andere wijze beschermd.

"Waarde-Landschap" (artikel 12)

Het terrein van de KEMA vormt onderdeel van het ontwikkelingsgebied Arnhems Buiten. Het structuurplan voor het gebied beschrijft naast een bouw ontwikkeling ook het duurzaam in stand houden van een robuuste groenstructuur. Deze groenstructuur vormt de verbinding tussen Veluwezoom en rivier. Het groen rondom het perceel is onderdeel van dit robuuste landschappelijke netwerk. Ook aan de zijde van de rivier en Stadsblokken/ Meinerswijk is een goede landschappelijke aankleding en inpassing van belang. Om dit groen duurzaam in stand te houden hebben deze gronden de dubbel bestemming "Waarde-Landschap".

Waterstaat (artikel 13)

Het winterbed behoort tot het binnendijks gebied van de Rijn, dat mede is bedoeld voor waterberging en vergroting van de afvoercapaciteit bij hoog water. Daarom wordt voor dit deel van het plangebied gekozen voor deze bestemming.

Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen

In de vigerende bestemmingsplannen is deze bescherming niet opgenomen.