direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding - Gas
Plan: Bestemmingsplan Akzo en omgeving
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.753-0201

Artikel 12 Leiding - Gas

12.1 Bestemmingsomschrijving

a. De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende
bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een belemmerende strook ter breedte van 4 meter (transportleiding 40 bar) aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.

b. In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de betreffende gronden van toepassing zijn.

12.2 Bouwregels

Op de in artikel 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

12.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere bestemming(en) mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdtransportleiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning), ter plaatse van de lid 12.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;

b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;

c. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;

d. diepploegen;

e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;

f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;

g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;

h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;

i. het indrijven van voorwerpen in de bodem.

12.4.1 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning

Het in lid 12.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en
werkzaamheden:

  • a. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
  • b. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • e. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en).
12.4.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4 zijn slechts toelaatbaar, indien door de
uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:

  • a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.