direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Bestemmingsplan Elsweide - Over het Lange Water, gedeeltelijke herziening 2010-01
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.751-0201

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangegeven gronden zijn bestemd voor het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen en daaraan ondergeschikt voor:
1. groen- en speelvoorzieningen;
2. parkeervoorzieningen ten behoeve van het wonen;
3. verblijfsgebieden.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden, voor zover binnen de bouwvlak gelegen, mogen, met inachtneming van de aangegeven:

- maximumbouwhoogten en

- voorzover aangegeven, het maximum aantal wooneenheden

uitsluitend de in de gegeven bestemming passende hoofdbebouwing, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en andere binnen de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7:10 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte mits:

  • 1. het gebruik als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies van een onafhankelijk deskundige wordt ingewonnen;
  • 2. de afhankelijke woonruimte qua oppervlakte past in de voor deze bestemming geldende regeling voor bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
  • 3. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij rekening wordt gehouden met milieuaspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid;
  • 4. het bijgebouw, dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, is gelegen op maximaal 20 meter afstand van het hoofdgebouw (op hetzelfde bouwperceel);
  • 5. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt;
  • 6. het aantal gebruikers van afhankelijke woonruimte maximaal twee bedraagt;
  • 7. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beĆ«indigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist. Hiertoe controleren burgemeester en wethouders tweejaarlijks of nog aan de voorwaarden wordt voldaan, waaronder met een omgevingsvergunning van de regels is afgeweken.
5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming bedoeld in artikel 7:10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte;
  • b. Het bepaalde in lid 5.4 onder a. is niet van toepassing op het gedeelte van een woning in gebruik als praktijkruimte door de bewoner dan wel door een andere gebruiker van deze woning, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse, noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan.