direct naar inhoud van 4.2 landschappelijke en ruimtelijke opzet en structuur
Plan: Bestemmingsplan Landgoed Laag Erf
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.750-0201

4.2 landschappelijke en ruimtelijke opzet en structuur

4.2.1 ontwerp en inrichting

Het te ontwikkelen landgoed Laag Erf zal een eigen uitstraling krijgen, waardoor het past in het landschap maar zich ook onderscheidt van het aangrenzende landgoed Warnsborn/Mariënborn. Hiervoor zijn de volgende bouwstenen gebruikt:

  • Vlakken: door de ruimten open te laten (heischraal grasland) blijft het reliëf van de droge dalen zichtbaar
  • Randen: aan de westzijde bestaat deze begrenzing voornamelijk uit lanen en bos met een cultuurlijke uitstraling, aan de oostzijde uit zoom- en mantelvegetaties
  • Lijnen: het patroon dat gevormd wordt door de lanen en de functionele verbindingen tussen kamers en bebouwingen. De laan langs de westzijde vormt de rand van de open ruimten. Tevens worden de ruimten door deze laan aan elkaar geschakeld. Over de inrichting van de lijnen dient afstemming met het Geldersch Landschap plaats te vinden.
  • Punten: op het nieuwe landgoed zijn drie plekken die een specifieke nadruk hebben. Het gaat hierbij om de bestaande boerderij met bijgebouwen, de te ontwikkelen (moderne) nieuwbouw van allure en een natuurlijke follie (niet zijnde een bouwwerk).

Met deze bouwstenen is een schets gemaakt waarmee de eenheid van het landschap wordt vergroot door aanpassing van de vorm van de boswallen. In elk van de geschakelde ruimten is een architectonisch element aanwezig. Het geheel begrenst het landgoed Warnsborn/Mariënborn, waarbij de ruimte rondom de boerderij een belangrijk recreatief knooppunt is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.750-0201_0007.png"

concept inrichtingsschets behorend bij Masterplan

Programma

De landschapsschets biedt ruimte aan de volgende functies:

  • Natuur: heischraal grasland in de kamers, begrensd door bossingels, solitaire bomen en boomgroepen. Op de overgang van bos naar heischraal grasland worden zoom- en mantelvegetaties ontwikkeld. Op heideschraal grasland kan een extensief begrazingsbeheer worden ingesteld.
  • Bebouwing: de bestaande monumentale boerderij met de twee wooneenheden blijft.
    Het niet-authentieke deel wordt verwijderd. Het stalgedeelte kan eventueel worden benut voor een passende maatschappelijke functie. Het huidige bijgebouw wordt vervangen door een nieuw bijgebouw. Dat past bij de stijl van de boerderij en/of de varkensstal. Dit ondergeschikte gebouw zou een ondersteunende functie kunnen hebben voor de camping of het landgoed. Het schilderachtige erf in de bosrand achter de boerderij wordt behouden en fungeert als knooppunt in de omgeving. De minicamping wordt hieraan gekoppeld. Behalve het hoofdgebouw bevindt zich in de zuidwestelijke hoek op het landgoed een nieuw woongebouw met drie (geschakelde) wooneenheden in 1 ensemble. Voor dit gebouw en de inpassing in het geheel wordt nog een beeldkwaliteitsplan, inrichtingsplan en indien nodig een beplantingsplan opgesteld De huidige kapschuur (voor machines en houtopslag) verdwijnt.
  • Recreatie: in de vorm van een monumentale laan worden de drie geschakelde ruimtes ontsloten voor recreatie. Daarnaast komt er een onopvallend informeel struinpaadje door de open ruimte.

Beeldkwaliteitsplan

Teneinde te bewerkstelligen dat de beeldkwaliteitseisen ook daadwerkelijk worden nagekomen, is een privaatrechtelijke overeenkomst met de initiatiefnemer gesloten. Hierin is vastgelegd dat de initiatiefnemer een beeldkwaliteitsplan opstelt waarbij de gemeente betrokken wordt. Uiteindelijk moet het beeldkwaliteitplan door de gemeente worden goedgekeurd alvorens er een bouwvergunning wordt verleend.

Inrichtingsplan

Ten behoeve van onder meer de elementen bos en natuur en de inpassing van het nieuwe woongebouw is in de overeenkomst eveneens vastgelegd dat de initiatiefnemer een inrichtingsplan opstelt waarbij de gemeente betrokken wordt. Hierbij hoort ook een beplantingsplan. Beide plannen moeten door de gemeente worden goedgekeurd alvorens er een bouwvergunning wordt verleend.

Ecologische ontwikkeling

Uit het onderzoek naar de natuurwaarden (zie Bijlage 2) blijkt dat het voornemen geen afbreuk zal doen aan de milieuwaarde van de enclave. Ook de invloed op het Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebied Veluwe is minimaal of nihil.

Door realisatie van het voorgenomen plan zullen de natuurwaarden sterk toenemen, in het bijzonder voor de flora: plantensoorten van voedselarme milieu´s (heischrale graslanden).

Ook voor de fauna zal de uitvoering van het plan gunstig uitwerken.

  • Vogels: vogels van schrale terreintypes met plaatselijk opgaande beplantingen, zoals Geelgors en Roodborsttapuit.
  • Reptielen: leefgebied voor hagedissen.
  • Dagvlinders: leefgebied voor diverse zeldzame soorten van voedselarme milieu´s.

Gelders Landschap

Landgoedontwikkeling aan de oostzijde van Groot Warnsborn kan worden opgevat als versterking van het bestaande landgoed en een uitbreiding van natuur en recreatief gebied. Door onderstaande punten bij de inrichting te realiseren, kan de ontwikkeling van het nieuwe landgoed optimaal op Groot Warnsborn worden afgestemd.

  • Verdwijnen van de houtschuur (zonder vervangende nieuwbouw) sluit aan bij de wensen van Gelders Landschap.
  • Achter de boerderij ligt een interessant knooppunt, waarvan een markante plek kan worden gemaakt. Het Gelders Landschap wil in samenhang hiermee de schaapsdrift herstellen.
  • Eventuele correctie van eigendomsgrenzen is bespreekbaar.
  • Begrazingsbeheer op het nieuwe landgoed zou aansluiten bij het beheer van het heidegebied van het Gelders Landschap. Gemeenschappelijke beweiding is een mogelijkheid.
  • De laan op de scheiding tussen het terrein van het Gelders Landschap en het nieuwe landgoed kan een monumentale uitstraling krijgen. Een gemeenschappelijke aanpak is hiervoor vereist.