Bestemmingsplan Schuytgraaf 2011

2.5 Ecologie

Schuytgraaf ligt op een overgang van de uiterwaarden langs de Rijn naar de Betuwe. Het plangebied werd intensief voor agrarische doeleinden gebruikt. De natuurlijke vegetatie en de daaraan gebonden fauna bevond zich vooral in de Hamsche Boomgaard, de bermen van dijken en wegen en de bossen en landschappelijke beplantingen in het gebied. In het noorden trof men stroomdal graslandsoorten aan die alleen op oeverwallen en min of meer zandige rivierdijken voorkomen. Het plangebied was in landschapsecologisch opzicht redelijk waardevol; met name in de noordelijke zandige delen en op de grond dichtbij de spoorlijn. Er is onderzoek gedaan naar het voorkomen van verschillende flora en fauna, dit is beschreven in paragraaf 4.1.13.

Volgens het streekplan 2005 van de Provincie Gelderland ligt Ecologische Verbindingszone 29 (EVZ 29) ten westen van Schuytgraaf. Recent zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente Arnhem en de Provincie om, onder condities, de natte ecozone aan de westrand van Schuytgraaf onderdeel van deze EVZ 29 te laten uitmaken. In 2009 is door de provincie besloten tot de herbegrenzing van de EHS. De EVZ 29 maakt hier deel van uit.

Voor deze zone geldt dat er binnen de zone een zoekopgave ligt voor realisatie van natuur. Tevens is vastgesteld dat de in deze herziening van het bestemmingsplan opgenomen functies binnen deze zone uitgevoerd kunnen worden zonder dat er sprake is van belemmering vanuit de EVZ 29. Het westelijke deel van het plangebied heeft een bestemming Natuur gekregen, om ruimte te geven aan de delen van de ecologische verbindingszone (EVZ nummer 29) die daar is gelegen.

De gemeente heeft van meet af aan kansen gezien om een voor de natuur een verbinding te leggen tussen de Rijn en Park Lingenzegen.

Voor de realisatie van de wijk Schuytgraaf zullen er natuurwaarden in het geding komen. Om tegemoet te komen aan de waarden voor flora en fauna zijn er ontheffingen flora en fauna aangevraagd en verleend alsmede beheer- en ontwerpplannen gemaakt. Een en ander is beschreven in paragraaf 4.1.13 en 6.7.