direct naar inhoud van Artikel 20 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Bestemmingsplan Schuytgraaf 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.719-0301

Artikel 20 Verkeer - Wegverkeer

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Verkeer-wegverkeer" aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden, trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, waarbij het aantal rijstroken voor wegverkeer binnen het wegprofiel niet meer dan twee mag bedragen daaronder niet begrepen: bus-, afslag- en opstelstroken. Als uitzondering op vorenstaande zijn ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding “maximaal aantal rijstroken”, maximaal vier rijstroken toegelaten daaronder niet begrepen: bus-, afslag- en opstelstroken;
  • b. groen- en watervoorzieningen;
  • c. een tunnel voor langzaam verkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “”tunnel”;
  • d. geluidsafschermende voorzieningen;
  • e. windafschermende bebouwing of voorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. bushaltes;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. land-art.
20.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken zoals bruggen, viaducten, straatmeubilair en bouwwerken ter geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals geluidwerende voorzieningen, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met uitzondering voor land-art waarvoor een hoogte van maximaal 25 meter wordt toegelaten.
20.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd om de bestemming verkeer zodanig te wijzigen dat meer dan twee rijstroken kunnen worden toegelaten mits:

  • a. aangetoond wordt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeerslawaai op geluidsgevoelige gebouwen de voorkeursgrenswaarde, dan wel een verkregen hogere grenswaarde, niet overschrijdt;
  • b. de behoefte van een wegverbreding voldoende is aangetoond;
  • c. met de verbreding goede verkeersafwikkeling wordt gegarandeerd
  • d. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet op bezwaren stuit;
  • e. de belangen van omwonenden niet onevenredig worden geschaad.