direct naar inhoud van Artikel 2.7 Maatschappelijke doeleinden begraafplaats (bg) – Park
Plan: Bestemmingsplan Alteveer-Cranenvelt
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000683-

Artikel 2.7 Maatschappelijke doeleinden begraafplaats (bg) – Park

2.7.1. Doeleinden

De op de plankaart als "Maatschappelijke doeleinden begraafplaats (bg) / Park" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • begraafplaatsen en een crematorium;
  • park zoals bedoeld in artikel 2.11;
  • voorzieningen ten behoeve van het verkeer.
2.7.2. Bouwvoorschriften

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de plankaart aangegeven maximumbouwhoogte en, voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken, zoals aula's, rouwcentra, urnenwanden schuilplaatsen etc. worden gebouwd, met dien verstande dat de inhoud van dienstwoningen maximaal 600 m3 per woning mag bedragen.

2.7.3. Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgermeester en wethouders (aanlegvergunningen) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    • 1. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen;
    • 2. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur;
    • 3. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van sloten greppels of beken;
    • 4. het ophogen, bodem verlagen of vergraven, egaliseren en ontginnen van gronden;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van voet- of rijwielpaden en het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen;
    • 6. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen;
    • 7. het aanleggen en vergroten van parkeerplaatsen;
  • b. Het onder a. vervatte verbod geldt is niet van toepassing op:
    • 1. werken of werkzaamheden die het delven en ruimen van graven en het normale onderhoud betreffen, dan wel van geringe omvang zijn;
    • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
  • c. De hiervoor onder a. genoemde werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:
    • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend;
    • 2. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurwaarden en landschappelijkewaarden en kwaliteiten van de gronden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
2.7.4. Verboden gebruik

Onder gebruik van gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 3.2 van deze voorschriften wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:

  • a. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
  • b. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
  • c. voor het opslaan,opstellen, al dan niet ten verkoop, lozen, storten van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen producten, voer- of vaartuigen of machines.