direct naar inhoud van Artikel 2.7 verkeersdoeleinden-railverkeer/verkeersdoeleinden-wegverkeer/bedrijfsdoeleinden III
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Westervoortsedijk
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000649-

Artikel 2.7 verkeersdoeleinden-railverkeer/verkeersdoeleinden-wegverkeer/bedrijfsdoeleinden III

2.7.1. Doeleinden

De op de plankaart als "verkeersdoeleinden-railverkeer /verkeersdoeleinden- wegverkeer/bedrijfsdoeleinden III" aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.14, 2.15, 2.17 en 2.18, primair bestemd voor doeleinden als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid onder a. (verkeerdoeleinden-railverkeer)

Secundair zijn deze gronden bestemd voor:
1. rijbanen, voet- en fietspaden, bruggen, viaducten, parkeervoorzieningen, bebakening, groenstroken en bermen met beplanting;doeleinden als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid (verkeersdoeleinden-wegverkeer)
2. bedrijven of gedeelten van bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij deze voorschriften behorende bedrijvenlijst en voor het parkeren op eigen terrein voldoen aan een parkeernorm van 1 parkeerplaats per 50 m2 bedrijfsvloeroppervlakte, voorzover deze als bedrijfsruimte wordt gebruikt en een 1 parkeerplaats per 125 m2 bedrijfsvloeroppervlakte, voorzover deze als kantoorruimte wordt gebruikt.

2.7.2. Bouw- en inrichtingsvoorschriften
  • a. Op de in lid 1 van dit artikel genoemde gronden mogen bouwwerken worden gebouwd:
    1. ten dienste van de in lid 1 onder a. genoemde bestemming;
    2. ten dienste van de in lid 1 onder b. genoemde bestemmingen, mits het gebruik van de gronden ten behoeve van de in lid 1 onder a. genoemd bestemming hierdoor niet wordt geschaad, gehoord de spoorwegbeheerder.
  • b. Voorts gelden voor het bouwen van bouwwerken de volgende bepalingen:
    1. gebouwen en bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht met inachtneming van de op de plankaart aangegeven maximumbouwhoogte en bebouwingspercentage;
    2. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter; GOEDKEURING ONTHOUDEN DOOR GS
    3. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van geluidwerende voorzieningen waarvan de hoogte maximaal 4 meter mag bedragen.
    4. Op de in lid 1 onder b. van dit artikel genoemde gronden mag 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf uit kantoorruimte ten behoeve van het bedrijf bestaan.
2.7.3. Vrijstelling
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor de vestiging van dan wel wijziging of aanpassing van een bestaand bedrijf in een bedrijf (of een gedeelte daarvan), dat:
    1. in een hogere categorie van de bedrijvenlijst voorkomt, mits het desbetreffendebedrijf bedrijf in vergelijking met bedrijven die wel in de aangegeven categorieën voorkomen het woon- en leefmilieu niet blijvend onevenredig zal aantasten;
    2. niet in de bedrijvenlijst voorkomt, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die wel in aangegeven categorieën van de bedrijvenlijst voorkomen het woon- en leefmilieu niet blijvend onevenredig zal aantasten.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 onder b2. ten aanzien van de toe te passen parkeernorm ten behoeve van:
    1. verlaging van deze norm indien het betreffende bedrijf kan aantonen met een beperkter aantal parkeerplaatsen te kunnen volstaan dan volgens de norm verplicht zou zijn en dit niet leidt tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving;
    2. verruiming van deze norm indien het bedrijf kan aantonen dat de activiteiten van het bedrijf een ruimere parkeernorm rechtvaardigen en dit uit een oogpunt van mobiliteitbeleid niet op problemen stuit.